„Spoorwegen zijn deel van de oplossing”
ECHTELD - Op de allergrootste knelpunten van Nederland zit in de spits 50 procent van de pendelaars in de auto, de andere helft zit in de trein. „Tussen Utrecht en Gouda ligt het aandeel van de trein zelfs hoger.” Waarmee NS-topman Aad Veenman maar wil zeggen dat zonder de NS alles stilstaat. En: „Maatschappelijk verantwoord ondernemen zit er bij ons héél diep in. We zijn zelf namelijk onderdeel van de oplossing.”
Het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) ligt op veler lippen. Bij de Nederlandse Spoorwegen zit het in de genen, zegt Veenman. „De NS zijn mvo pur sang.” Met 1,1 miljoen klanten per dag in Nederland en 400.000 reizigers die via twee NS-concessies in het Verenigd Koninkrijk worden bediend, zijn de NS „diep geworteld” in de Nederlandse en deels ook in de Britse samenleving.People, planet, profit, het is de bekende drieslag die ook Veenman graag hanteert om zijn missie op het gebied van duurzaamheid voor het voetlicht te brengen. Mensen, duurzaamheid en rentabiliteit, daar draait alles om. Gisteren ondertekende hij in Echteld voor zijn bedrijf een convenant waarmee de NS zich ertoe verplichten vanaf 2010 louter papier te gebruiken met het FSC-keurmerk. Nu is het aandeel verantwoord papier de helft.
Gaat het bij de NS over mensen, dan zijn dat allereerst de klanten. „Anderhalf miljoen per dag, dat zijn enorme stromen. Daar zijn we goed in: grote aantallen. Massa gaat bij ons voor de enkeling, helaas voor die enkeling. Als een verandering in de dienstregeling goed uitpakt voor 200.000 mensen, dan voeren we die uit. Dat kan ten koste gaan van 2000 andere klanten. Onze besluiten hangen altijd samen met wat de klant wil. We hebben een van de grootste klantenpanels: 85.000 mensen worden regelmatig bevraagd. Daarnaast krijgen we veel feedback van het Locov, de landelijke klantenkoepel.”
De NS maakten de afgelopen jaren „grote stappen voorwaarts”, zegt Veenman. Hij staat aan het roer sinds 2002, z’n inmiddels al verlengde contract loopt eind 2008 af. Hij zag veel ten goede veranderen. Dat valt ook op in het buitenland, weet hij als voorzitter van de club van Europese spoorwegmaatschappijen. „Onze toegankelijkheid voor reizigers met een beperking is anderen ten voorbeeld. De regeling ”geld terug bij vertraging” is bij de NS bedacht en staat nu model voor heel Europa. Daarmee zeggen we niet dat er bij ons niet nog veel te verbeteren valt. Dat weten we zelf maar al te goed.”
Dat de NS dienstbaar midden in de samenleving staan, staaft hij met een reeks voorbeelden. „We bevorderen het lezen, dringen vandalisme terug, vergroten de sociale veiligheid, zetten waar nodig Slachtofferhulp in, bieden ondersteuning aan de sport én we nemen een flink contingent kansarmen aan. En deze lijst is nog veel langer.”
Ook het eigen personeel valt -natuurlijk- in de categorie people. „De beste voorstellen tot veranderen komen van de werkvloer. Dat kapitaal moet je aanboren. Interessante vernieuwingen komen bij ons onder andere voort uit een internetcommunity van 5000 medewerkers. Werkgeversvereniging AWVN heeft de cao van de NS recent uitgeroepen tot de meest sociale en innovatieve cao. Medewerkers kunnen -binnen ruime kaders- hun eigen dienstroosters samenstellen of vergaand beïnvloeden.”
Dat het arbeidsklimaat bij de NS vandaag veel beter is dan toen hij aantrad, leest Veenman af aan de scherpe daling van het percentage ziekteverzuim. „We hebben premies gezet op het terugdringen ervan. Bij een omzet van 2,8 miljard euro in 2002 was het verzuim onder de 25.000 medewerkers 11,7 procent. Inmiddels halen we met hetzelfde aantal medewerkers 4 miljard omzet en ligt het verzuim op 5,3 procent, nog nét boven het landelijk gemiddelde.”
En dan de planet. „Groen zit NS in de genen. De rolweerstand van metalen wielen op metalen rails is erg laag. Je maakt met relatief weinig energie veel transport. Bijna alles is geëlektrificeerd, de paar procent dieseltreinen die we nog rijden, worden aangepast voor zwavelarme diesel en uitgerust met roetfilter. Wie van de auto op de trein overstapt, gaat per reizigerskilometer qua uitstoot van CO2 van 120 naar 40 gram.”
Die 40 gram kan nog verder omlaag, zegt Veenman. „Ten opzichte van het referentiejaar 1990 streven we naar 20 procent CO(in2(-reductie in 2020. Over de eerste 10 procent deden we zeventien jaar, de volgende 10 moet in dertien jaar lukken. Dat is veel: 10 procent reductie bij 40 procent groei, zowel in die zeventien als in die dertien jaar.”
De grootste prioriteit ligt bij energiereductie. Want al nemen de NS ook (nog) meer groene stroom af: „Reduceren helpt beter dan vergroenen. Nieuwe Sprinters gebruiken 30 procent minder energie dan de stoptreinen die ze vervangen.”