Christenen juist nu nodig in de zorg
Een aantal seculiere ideeën is dominant in onze gezondheidszorg. Christenen dienen in dit klimaat in afhankelijkheid van God met overtuiging hun plek in te nemen, zegt prof. dr. John Wyatt
. Hij sprak recent op het wereldcongres van de International Medical and Dental Association (ICMDA) te Taipei, Taiwan. Hieronder volgt een verkorte weergave van zijn lezing over medische ethiek aan het begin van de 21e eeuw. God plaatst ons aan het begin van de 21e eeuw. Daarin geeft Hij ons de opdracht Hem te dienen en Zijn getuige te zijn in de gezondheidszorg. Dat betekent dat wij moeten begrijpen wat er rondom ons plaatsvindt. Vier krachten lijken dominant in het seculiere denken in de westerse gezondheidszorg.
Denkers hebben in de geschiedenis altijd wegen gezocht om het menselijk lichaam te begrijpen. In onze samenleving, gestempeld door de techniek, is het dan ook niet verrassend als wetenschappers concluderen dat het menselijke lichaam een soort machine is die door middel van fysiologische processen zichzelf instandhoudt. De mens wordt in dit reductionisme gereduceerd tot een informatieverwerkende machine. Voor de consequente reductionist is het lichaam slechts een overlevingsmachine. Onze hersenen zijn dan in feite computers die bestaan uit zenuwcellen en signaaleiwitten in plaats van chips en stroomgeleiders, ontworpen om te overleven en te repliceren.
De definitie van een machine is echter dat ze door mensen is ontworpen voor een specifiek doel. Voor de reductionist is het lichaam ontworpen door niemand, zonder specifiek doel, behalve dan om te overleven. Derhalve laat het reductionisme geen ruimte voor een God. Het belooft de mens begrip van zichzelf met als achterliggend idee dat wij de mens begrijpen als wij de machine begrijpen. Een van de consequenties hiervan is dat men geen raad weet met hen bij wie de machinerie niet helemaal goed werkt: het kind met een aangeboren afwijking, de oudere met dementie, de psychotische patiënt.
Zelf sturen
Voortbouwend op dit reductionistisch gedachtegoed ontstond het idee dat technologie het antwoord is op de fundamentele menselijke problemen: angst voor de dood, lijden, handicap, veroudering, onvruchtbaarheid, wanhoop, depressie en lichamelijke zwakte. Zoals de mens de laatste vijftig jaar zijn omgeving onder controle heeft kunnen brengen door de technologie, lijkt hij door biotechnologie nu ook de mensheid zelf te kunnen beheersen. Transhumanisme is de nieuwe filosofie die als doel heeft de mensheid te verbeteren door middel van veranderingen in het menselijk DNA. Doelen zijn: levensverlenging, verbetering van geheugen en intellectueel functioneren, het te boven komen van vermoeidheid en lichamelijke zwakte en verhoging van het gevoel van welzijn. Het is veelzeggend dat, toen de volgorde van het menselijk genoom in 2000 werd bekend gemaakt, de Londense ”Times” dit „een nieuw begin” noemde „waarin we uiteindelijk accepteren dat wij onze eigen scheppers zijn en dat wij, wij alleen, de macht hebben de wereld te verbeteren.”
De afwezigheid van een objectieve morele standaard is een derde kenmerk van onze westerse geneeskunde. Iedereen creëert zijn eigen moraal zonder het bestaan van een absoluut goed of kwaad. Een Britse filosoof beschreef dit relativisme als de bevrijding van de samenleving van traditionele religieuze ideeën over goed en kwaad. We zitten in een kleine boot, sturend naar onbekende wateren. De haven van religieuze ideeën over goed en kwaad ligt achter ons. Wij zijn onzeker over de koers, maar er is geen weg terug. In plaats daarvan creëren wij ons eigen nieuwe navigatiesysteem, een nieuwe manier voor de maatschappij om zichzelf te besturen.
Op deze manier worden ook medisch-ethische vragen benaderd.
Consumentisme
Consumentisme in de gezondheidszorg is de nieuwe religie van het ik. De patiënt is consument geworden. De werker in de gezondheidszorg moet behoeften van die consument vervullen. Consumentisme leidde ertoe dat beleidsmakers de gezondheidszorg beschouwen als ”service industry”. Het hoogste doel wordt de behoeftebevrediging van de patiënt. Het oude verbond tussen arts en patiënt is vervangen door een wettig contract tussen zorgverleners en zorgconsumenten.
Reductionisme, technologie, relativisme en consumentisme zijn de vier belangrijkste krachten die de geneeskunde bepalen aan het begin van de 21e eeuw. Samen vormen zij een mix die onze samenleving diepgaand beïnvloedt. Consumentisme zegt: „Ik wil…” Ethisch relativisme zegt: „Waarom niet…?” Technologie zegt: „Het kan, maar het kost…”
Een recent voorbeeld is de aankondiging in het Verenigd Koninkrijk van een internetdienst voor lesbische paren, om sperma van anonieme donoren te krijgen. Technologie maakt deze vorm van voortplanting mogelijk. De internetdienst is een vorm van ”service industry” en het relativisme maakt dat velen zich afvragen waarom een lesbisch paar geen kind zou mogen krijgen.
Zoals alle christenen in het verleden diepgaand werden beïnvloed door de tijd waarin zij leefden, hebben deze seculiere krachten ook hun invloed op christenen die anno 2002 in de gezondheidszorg werken. Het leidt tot ’dodelijke ziekten’ die ook christelijke medici kunnen infecteren: arrogantie, cynisme, zelfgerichte ambitie, ethische compromissen en ’geestelijke schizofrenie’ (het verschil tussen het denken, spreken en handelen op de zondag en op de maandag). Christenen zijn echter geroepen een geïntegreerd leven te leiden, dat wil zeggen: een leven waarin ieder aspect is geïntegreerd in een gemeenschappelijke loyaliteit aan Christus Zelf.
Leven in het licht
Alleen zo kan Gods licht door onze levens schijnen. „Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere; wandelt als kinderen des Lichts” (Ef. 5:8). Dan maken zelfgerichte ambitie en arrogantie plaats voor dienstbaarheid naar het voorbeeld dat Jezus gaf toen Hij de voeten van Zijn discipelen waste. Dan wordt iets van Hem zichtbaar in het troosten van de stervenden, in het slaan van een arm om een aids-slachtoffer, in het kalmeren van een psychotische patiënt. Dan maakt cynisme plaats voor emotionele betrokkenheid bij patiënten. Lukas beschrijft de betrokkenheid van Jezus bij de weduwe waarvan de zoon te Naïn sterft met het Griekse woord ”splanchnizomai”, dat wil zeggen: bewogen in de ingewanden. Dan maken ethische compromissen en geestelijke schizofrenie plaats voor een nederige toewijding aan waarheid, integriteit en bijbelse ethische standaarden.
Tegenover het reductionisme van de moderne geneeskunde zet de christen een ander uitgangspunt. De mens is voor hem geen replicatiemachine van DNA, maar een wezen, geschapen naar Gods beeld, om een afspiegeling te zijn van Zijn karakter en wezen. Dat vraagt een dagelijks persoonlijk laven aan de bron van Gods licht, Zijn Woord. Alleen dan vindt de inwendige verandering plaats waardoor wij Zijn licht rondom ons kunnen verspreiden in de gezondheidszorg. Dan wijst ons handelen heen naar de wereld die komt. Christelijke zorgverlening is altijd doortrokken van hoop, anticiperend en verlangend naar de toekomst waarin allen die in Hem geloven volledig naar Zijn beeld veranderd zullen zijn. Hopen is het horen van de melodie van die toekomst. Geloven is daarop dansen in het heden.
De auteur is neonatoloog (arts voor pasgeborenen) te Londen. Met dank aan H. L. Groenenboom voor de bewerking van de tekst.