„Geloofsbeleving binnen CGK verschuift”
SLIEDRECHT - „Een echt en waar geloof is een product van het werk van de Heilige Geest. Er is ook geloof dat wij geloof noemen en dat erop lijkt, maar waarvan gezegd kan worden dat het namaak of surrogaat is.”
Dat zei ds. P. den Butter, emeritus predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken, zaterdag in Sliedrecht op de jaarlijkse ambtsdragervergadering van de stichting Bewaar het Pand.Ds. Den Butter sprak voor ongeveer honderd ambtsdragers over het thema ”Verschillende geloofsbeleving”. De predikant merkte op zich hierover zorgen te maken. Hij signaleert niet alleen een verschuiving in de breedte van zijn kerkverband, maar ook een verschuiving binnen de kring van Bewaar het Pand.
Gevoelsmensen
Ds. Den Butter zei verschillen in geloofsbeleving voorzichtig te willen hanteren, maar hij constateert dat er sprake is van camouflage en misbruik door verschillend geloof op dezelfde noemer van het waarzaligmakend geloof te brengen. Anderzijds verdwijnen volgens hem verschillen in geloofsbeleving niet als het Woord zijn kracht in mensen doet. „Onze afkomst en achtergrond maakt ons tot verschillende gevoelsmensen, verschillend van karakter, kil of afstandelijk, spontaan of bedachtzaam.”
Toch noemt de predikant dat allemaal secundaire factoren, behorend tot de menigvuldige genade en de veelkleurige wijsheid van God. Volgens ds. Den Butter mogen mensen elkaar niet de maat nemen. De primaire factor is het werk van de Heilige Geest, Die het geloof werkt en versterkt en Die Christus tot het voorwerp van het geloof maakt.
„Het Woord van God laat ons weten dat er een geloof is dat niet zaligmakend is en waarvan de Heere zegt dat het namaak of surrogaat is. Er is dan sprake van geloofsvervalsing, van naamchristenen en mondbelijders.”
Deze mensen moeten volgens hem in de ambtelijke dienst, in het pastoraat en in de prediking ontmaskerd worden. Niet vanuit de hoogte, maar vanuit waarachtige liefde en bewogenheid. „Als met tranen in de ogen pastorale hulp bieden en alleen met de norm van het Evangelie komen.”
Bloei
In het verleden van de Christelijke Gereformeerde Kerken ziet ds. Den Butter twee soorten prediking: een objectieve en een subjectieve, of een voorwerpelijke en een onderwerpelijke prediking. Het is voor hem de vraag of dat tegenwoordig nog geldt. „Is het voorwerpelijke deel niet veel verder weg geschoven van het bevindelijke leven dan in de bloei-jaren het geval was?”
Er is volgens de predikant zowel in de Schrift als in de belijdenisgeschriften sprake van kenmerken van het waarachtig zaligmakend geloof. „Hoewel sommigen kritiek hebben op de kenmerkenprediking, hebben kenmerken een legitieme plaats.”
De predikant benadrukte dat het dan gaat om „die kenmerken die we uit de Schrift kennen en die de Dordtse Leerregels onfeilbare vruchten van de verkiezing noemen.” Volgens hem is er in eigen kring sprake van een verschuiving van de kenmerkenprediking af, van een „een kanteling van het getij.”
Of geloof een kenmerk is? „Het gaat om het geloof in Christus. Wat dunkt u van de Christus? Een Bijbels geloof is een geloof dat zijn voorwerp heeft buiten onszelf, in Christus. Geloven is een lege hand die iets moet leren aangrijpen. Het onderwerp en het voorwerp van het geloof worden aan elkaar verbonden door de geloofsdaad. Als we onderwerp en voorwerp van elkaar losmaken, gaat het geloof een ander voorwerp zoeken.”
Ds. Den Butter wees ook op het gevaar om te veel aandacht te schenken aan de zogenoemde toeleidende weg. „Het kan rust geven op die weg te zijn, terwijl de Heere roept om roeping en verkiezing vast te maken.”