Opinie

Auto: dé plek om tot rust te komen

Technologie ontwikkelt zich niet autonoom, maar maatschappelijke omstandigheden geven vorm aan techniekontwikkeling, stelde prof. dr. Karin Bijsterveld vrijdag in haar oratie. Een samenvatting van haar betoog.

7 December 2007 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 05:21
„Voor velen is de auto tegenwoordig een plaats om tot rust te komen. In de auto ervaren we controle en komen we tot onszelf.” Foto Paul Dijkstra
„Voor velen is de auto tegenwoordig een plaats om tot rust te komen. In de auto ervaren we controle en komen we tot onszelf.” Foto Paul Dijkstra

”Zelfs de stilte is standaard”, zegt een reclamefilmpje over een bepaald automodel. In advertenties van autofabrikanten is het geluid van de auto tegenwoordig opvallend aanwezig. Het lijkt ironisch dat de auto wordt voorgesteld als dé plaats om tot rust te komen. Uit enquêtes blijkt dat Nederlanders juist het wegverkeer als de belangrijkste bron van geluidsoverlast beschouwen.Toch is de rust die de auto biedt meer dan alleen een verkoopargument. Voor velen is de auto tegenwoordig een plaats om tot rust te komen. Of iemand privacy ervaart, wordt volgens sociaal psycholoog Irwin Altman niet zozeer bepaald door de mate van iemands isolement, als wel door de mate waarin iemand controle heeft over wie tot zijn domein toegang heeft. Dat geldt ook voor de auditieve privacy in de auto.

Op het eerste gezicht lijken we de paradoxale positie van de auto -bron van geluidsoverlast en oord van rust- dus psychologisch te kunnen verklaren. Juist omdat we zo lawaaiig mobiel zijn, is het apparaat waarmee we ons bewegen de plaats om tot rust te komen. Onze rijdende cocon kan geen kant op, maar erbinnen ervaren we controle en komen we tot onszelf. Het lijkt zo logisch. Maar dat is het alleen omdat we het inmiddels vanzelfsprekend vinden dat het autogeluid zo gedempt is, dat we in de auto kunnen beluisteren wat we willen.

Ritsen
In de tijd terugkijkend zou je dan ook verwachten dat eerst de auto stil werd en toen de autoradio werd ingevoerd. Maar niets is minder waar. De geschiedenis laat zien dat technologische vernieuwingen als de autoradio eerst naar bestaande gebruiken toe moeten buigen om werkelijk innovaties te kunnen worden. Om in autotermen te blijven: eerst invoegen, dan doorrijden - technologie moet kunnen ’ritsen’.

Ik ga drie invoegmomenten langs van de technologie van geluid in de auto. De eerste is de invoering van de autoradio. De vroege reclame voor de autoradio richtte zich vooral op het luisteren naar de radio in een stilstaande, open auto, juist ook door degenen die zich buiten de auto bevonden. Fabrikanten introduceerden de autoradio vooral als een instrument dat de automobilist letterlijk en figuurlijk met mensen deed omringen. Fabrikanten reageerden daarmee op de maatschappelijke onrust over de autoradio - die zou ongelukken veroorzaken. Ook was het een antwoord op het probleem dat de radio-ontvangst door de motor van de auto werd gestoord.

De betekenis van de autoradio bleef niet stabiel. Vanaf de jaren zestig werd hij steeds vaker gepresenteerd als een apparaat dat de automobilist kon helpen zijn medeweggebruiker te verdragen en emotioneel op afstand te houden. De omstandigheden op de weg waren immers veranderd: het autoverkeer was enorm toegenomen. Door de autoradio te presenteren als stemmingsregelaar in de mobiele huiskamer, deed Philips in zijn verkoopstrategie recht aan de toenemende verkeersdruk. Opnieuw voegde de technologie in, zij het ditmaal vooral in retorische zin.

Uitstraling
In de jaren zestig en zeventig werden de eisen voor de geluidsemissie van auto’s steeds strenger. Maar de auto bleek niet eindeloos stiller te kunnen worden. Het geluid van de auto blijft er voor fabrikanten en gebruikers dus toe doen. Fabrikanten achten het geluid van motor en uitlaat zelfs cruciaal voor de uitstraling van hun automerk.

Er is dan ook een onderzoeksindustrie ontstaan die nagaat wat mensen aangename geluiden vinden. Dat is allesbehalve eenvoudig. De verschillen in voorkeuren zijn groot, de meningen over de juiste meetmethoden lopen uiteen en mensen blijken het heel lastig te vinden hun voorkeuren duidelijk te maken.

Waarom steekt de auto-industrie dan toch zo veel tijd en geld in het creëren van merkgebonden geluiden? Omdat bij de verkoop van consumptiegoederen de zintuiglijke ervaring vandaag de dag een grote rol speelt. De verschillen in technische prestaties van producten zijn steeds kleiner zijn geworden. Bovendien hebben de meeste consumenten een enorme keuze. Om het gebrek aan verschillen in technische kwaliteit te compenseren en de keuze te vergemakkelijken, worden artikelen steeds vaker verkocht met een beroep op de emotionele betekenis die de producten oproepen. In de jaren negentig voegde de technologie van het autogeluid zo voor de derde keer in, ditmaal in de ervaringssamenleving.

Determinisme
Onderzoekers die zich met de ontwikkeling van wetenschap en techniek bezighouden -de beoefenaren van ”science and technology studies” (STS)- keren zich al een jaar of twintig tegen het technisch determinisme. Dat is de gedachte dat technologie zich autonoom ontwikkelt en de voornaamste motor is van maatschappelijke verandering. Steeds opnieuw hebben STS’ers echter laten zien dat maatschappelijke omstandigheden vormgeven aan techniekontwikkeling.

De rol van de cultuur valt volkomen weg op het moment dat een technologie algemeen gebruikt wordt. Psychologische verklaringen zijn dan relevant. Maar die helpen niet om te begrijpen hoe we zover zijn gekomen. Daarvoor is inzicht nodig in de manieren waarop technologie zich cultureel en maatschappelijk invoegt.

Psychologische verklaringen helpen om te begrijpen waarom onze auto tegenwoordig een plaats is om tot rust te komen. Dat maakt het ook begrijpelijk waarom we er in blijven rijden. Maar zouden we daarvan af willen, of het carpoolen willen stimuleren, dan is opnieuw cultuurwetenschappelijk onderzoek naar onze gebruiken nodig, naar de competenties die we zouden moeten hebben om de positie van de auto te veranderen.

De auteur is bijzonder hoogleraar wetenschap, technologie en moderne cultuur aan de Universiteit Maastricht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer