Sprekende gevels in Middelburg
Al zou -wat ondenkbaar is- geen enkele inwoner van de stad Middelburg meer aanhanger van het christelijke geloof zijn, dan nog zou van veel gevels in de stad zijn af te lezen dat het ooit anders is geweest.
In de Zeeuwse hoofdstad verscheen vorig jaar een prachtig boek van Ed de Graaf: ”d’ Guld Waerrelt”. De ondertitel luidt: ”De wondere huisnaamwereld van Middelburg”.De stad telt bijna 1300 monumenten, die grotendeels nog hun originele naam dragen. Zo’n 800 zijn er te vinden in de stadskern. Ze stammen uit de tijd voor de Reformatie en uit de periode daarna.
In vrijwel alle gevallen leest men uit de aan de Bijbel ontleende huisnamen de professie van de bewoner af. En die schroomde niet om zijn eigen product aan te bevelen, met verwijzing naar Bijbelse personen of gebeurtenissen. In het boek staan verscheidene voorbeelden van in kreupelrijm aangebrachte luifelschriften, ook uit andere steden.
Zoals de bakker, die tussen het eten van zijn producten en het ontwikkelen van verstandelijke vermogens verband zag en zich met het volgende luifelschrift afficheerde:
Hier in Vorst Salomon, den allerwysten koning,
Daar bakt men zoete koek, gemaakt van graan en honing.
In Middelburg refereert de Roosterstraat aan een pand met de naam Rooster. De huisnaam van het pand herinnert aan het smeedwerk waarop Sint-Laurentius door zijn folteraars levend werd geroosterd. Op prentjes met de beeltenis van de heilige trof men vaak het onderschrift aan:
De heilige Laurentius,
Die op zijn rooster sprak aldus:
Het is aan deze zij reeds gaar,
keer om, tiran, eet nu maar.
Deze in omloop zijnde voorstelling kwam men tegen bij koks, braders, glasblazers en steenkoolverkopers.
Abrahams offerande
De Reformatie bracht verandering in de categorie huisnamen. Brandhoutverkopers ontbrak het niet aan vrijmoedigheid om hun product met aan de Bijbel ontleende afbeeldingen te annonceren. ”Abrahams offerande” was in deze bedrijfstak een veelgebruikte afbeelding. Wat tot de verbeelding van het publiek sprak, kwam op de uithangborden.
Op vier adressen komt men in Middelburg ”Sampson” tegen, met pakkende afbeeldingen van zijn soloacties tegen de Filistijnen. De deuren die hij uit de sponningen van de stadspoort lichtte en wegdroeg, waren bij de schrijnwerkers favoriet. Op de afgebeelde deuren werden decoratieve elementen aangebracht als blijk van vakmanschap.
In het huis met de naam ”De klyne Arke Noé” zal waarschijnlijk een herbergier, een schipper of een scheepsbouwer hebben gewoond. De parabel van ”De verlooren Sone” trof men aan op uithangborden van varkens- en spekslagers. De hongerige varkenshoeder stond afgebeeld bij de varkenstrog, omringd door weldoorvoede varkens als lokaas voor passanten.
Uit Bretagne en Normandië werden in de tweede helft van de dertiende eeuw wijnen geïmporteerd. Heel wat huisnamen werden door de importeurs en doorverkopers gerelateerd aan de gelijkenis van de ware wijnstok. Bij één naam, ”De twaalf Wyncruycken”, toonde men een wijnstok waaraan twaalf volgroeide druiventrossen hingen. Het heeft er alle schijn van dat men hier Jezus Zelf en de twaalf apostelen op het oog had.
Commercie
Religie en commercie waren nauw met elkaar verweven. ”De Wijnpresse” aan de Breestraat getuigt daarvan. Een middeleeuws embleem laat de triomferende Christus zien als de betreder van de wijnpers bij uitnemendheid. Uiteraard werd in die tijd de uitgeperste wijn vereenzelvigd met het bloed van Christus.
”Paulus Bekeering” vindt men aan de gevel van Nieuwstraat 24. Zijn bekeringsijver was omgekeerd evenredig aan de ijver waarmee (toen nog) Saulus de eerste christenpopulaties vervolgde. Ook in Den Haag vindt men een luifelschrift onder de aanduiding ”Paulus Bekeering”, daar aangevuld met de volgende dichtwoorden:
Zegen baard nyd.
Zelden tijd zonder strijd.
Heer geeft ons vrede,
En bekeert ons gelyk gy Paulus deede.
In Veere, ten noorden van Middelburg, vindt men het luifelschrift van een garen-en-bandverkoper, waarop een walvis staat. Het onderschrift luidt:
Jona was in de buik van de walvis drie dagen en drie nachten,
Evenwel hielt hem de Heer noch in gedachten.
Ik wensch dat ik van Hem mag worden zo bemint.
Hier verkoopt men, tot ieders gerief, swartlinnen, garen en lind.
Aan de Rouaanse Kaai nr. 37 vindt men ”De engel Gabriël”, de boodschapper van goede tijding, patroon van boodschappers en postboden.
In hoeverre de Bijbelse gegevens op gevels en uithangborden ook werkelijk een diep doorleefd geloof dekten, weten we niet. In elk geval schaamde men zich niet er voor uit te komen, al was het vaak met een combinatie van aards belang en hemelse verwachting.