Dat houden de Nederlandse bisschoppen de gelovigen voor in hun gezamenlijke adventsboodschap, die dit weekeinde in alle parochies wordt verspreid. De bisschoppen vragen de gelovigen of zij nog kunnen voldoen „aan de dringende vraag om „de dag des Heren te heiligen" door samen met uw medegelovigen de eucharistie te vieren." De kerkleiders zeggen het „zonder verwijt." „Wij kennen deze tijd en weten hoeveel dingen mensen daarvan afhouden. Maar toch de vraag blijft levensgroot staan.“De bisschoppen erkennen dat de mis saai kan zijn, maar menen dat gelovigen moeten bedenken dat de eredienst nooit op dezelfde manier mag worden beoordeeld als een theatervoorstelling. Volgens de bisschoppen gaat het in de mis niet alleen om „wat we kunnen halen, maar ook wat we brengen door onze aanwezigheid en ons geloof.”

De bisschoppen erkennen dat door het tekort aan priesters het niet meer mogelijk is om in alle kerken elk weekeinde een eucharistieviering op te dragen. Toch is priestertekort volgens hen een zeer relatief begrip. Vooral door de vergrijzing is het aantal kerkgangers ook sterk verminderd. Het aantal priesters in verhouding tot het aantal kerkgangers is nauwelijks gedaald. Er is vooral een tekort aan priesters als wordt gekeken naar het aantal kerkgebouwen en het aantal parochies.