George Bush prijst president Colombia
De Amerikaanse president George Bush heeft de president van Colombia, Alvaro Uribe, bij diens bezoek aan Washington woensdag geprezen om zijn harde beleid tegen de drugshandel en de binnenlandse terreur. Uribe op zijn beurt noemde Bush een voorbeeldige leider in de strijd tegen het terrorisme.
De vorige maand geïnstalleerde Uribe sprak geruime tijd met Bush in de Oval Office in het Witte Huis. Colombia probeert meer financiële en militaire steun van de VS los te krijgen voor de strijd tegen binnenlandse rebellen, die volgens Uribe ook verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de cocaïneproductie in Colombia. Of de VS ingaan op het Colombiaanse verzoek om meer hulp is niet bekend. De VS ondersteunen Colombia al met militair materieel voor de bestrijding van de drugshandel, maar Uribe zoekt vooral hulp om een einde te maken aan de al 38 jaar durende burgeroorlog in Colombia.
De VS hebben Colombia dinsdag verzocht om de uitlevering van de leider van de rechtse paramilitairen, Carlos Castano, die betrokken zou zijn bij de smokkel van 17 ton cocaïne naar de VS. Castano, die zegt onschuldig te zijn, heeft inmiddels aangegeven bereid te zijn om onder bepaalde voorwaarden vrijwillig naar de VS te gaan om terecht te staan. De advocaat van Castano zou in Washington zijn aangekomen om met het Amerikaanse openbaar ministerie te onderhandelen over de kwestie. Een van de voorwaarden die Castano gesteld heeft is dat zijn vrouw en twee kinderen toestemming krijgen om naar de VS te emigreren.
De VS hebben ook gevraagd om de uitlevering van twee andere leiders van de AUC (Verenigde Zelfverdedigingsstrijdkrachten van Colombia) gevraagd. De AUC vechten sinds de jaren ’80 tegen de linkse rebellen van het FARC en het ELN. De groepering wordt grotendeels gefinancierd door grootgrondbezitters die zeggen onvoldoende beschermd te worden door het Colombiaanse leger, maar verdient ook aan de verbouw van coca door boeren in de door hen gecontroleerde gebieden belasting te laten betalen. Mensenrechtengroeperingen zeggen dat de AUC zich, net als de linkse rebellen, regelmatig schuldig maakt aan de schending van mensenrechten.