„Praat niet met volle oren”
DEN HAAG - „Overal bellende en sms’ende mensen. Waar gaat het allemaal over?” Reinildis van Ditzhuyzen ergert zich dagelijks aan het vele ongepaste gebruik van mobiele telefoons. Tijd voor nieuwe, duidelijke etiquetteregels op dit gebied, vindt zij.
Van Ditzhuyzen presenteerde woensdagmiddag in Den Haag een nieuwe uitgave van haar boek ”Hoe hoort het eigenlijk?”. Daarin besteedt ze veel aandacht aan het omgaan met moderne communicatiemiddelen. „De vorige uitgave is acht jaar geleden verschenen. Sindsdien is er veel veranderd. In de vorige editie schreef ik dat het niet past om iemand per e-mail te bedanken, nu kan dat wel. Zelfs in geboorteadvertenties staan tegenwoordig e-mailadressen.”De gouden regel als het om zakapparatuur gaat, is volgens Van Ditzhuyzen: „Praat niet met volle oren. Ik bedoel daarmee dat je steeds meer mensen met oordopjes in tegenkomt. Als ik ze aanspreek, nemen ze soms niet eens de moeite die oordopjes uit te doen. Doe dat wel. Maar met volle oren bedoel ik ook dat de mobiele telefoon voor alles lijkt te gaan. Sta je met iemand te praten en je mobiele telefoon gaat, breek het gesprek dan niet ineens af om verder te praten met degene die belt. Waarom is de persoon die belt belangrijker dan degene waarmee je staat te praten? Ik kan me daar zo aan ergeren: Ik ga voor, denk ik dan.”
Er is nog een ander aspect: de overlast die een telefoongesprek voor derden kan hebben. „Het gaat vaak hard en iedereen moet meeluisteren. Vorige week zat ik in de trein. In dezelfde coupé zat een bekend persoon. Zij heeft drie kwartier zitten bellen. Mijn voornemen om een boek te lezen, ging de mist in. Het gesprek ging ook nog eens over een gevoelig onderwerp, met pijnlijke details. Onbegrijpelijk dat iemand zo’n gesprek voert terwijl anderen kunnen meeluisteren. Laten we meer rekening met elkaar houden.”
Ook het vele e-mailverkeer vraagt om duidelijke afspraken, vindt de etiquettespecialiste. „Door slordigheden gebeuren er veel vervelende dingen. Haal bij het beantwoorden van een e-mail de vorige tekst altijd weg, maak een nieuwe mail. Het gebeurt te vaak dat een e-mail, bijvoorbeeld met kritiek op een collega, tussen verschillende personen heen en weer gaat, en dat die e-mail, mét alle voorgaande -gevoelige- antwoorden eronder, bij de persoon in kwestie terechtkomt. Dat kan pijnlijk zijn.”
E-mail is niet bruikbaar in alle omstandigheden, stelt de schrijfster. „Een condoleance via e-mail of sms kan echt niet. Dat is niet persoonlijk. Schrijf dan een brief met de hand. Sms-berichten kun je vaak niet bewaren en net als e-mails zijn ze zo koud.”
In de nieuwe uitgave -”De Dikke Ditz”- gaat Van Ditzhuyzen ook in op omgangsvormen met moslims. „Moesten de imams die oud-minister Verdonk en de koningin geen hand wilden geven, dat wel of niet doen volgens de regels? Ik vind dat de gastheer de toon zet. Bezoek ik een moskee, dan pas ik mij aan en doe ik mijn schoenen uit.”
Dat koningin Beatrix geen hand kreeg in de moskee, begrijpt etiquettespecialiste Van Ditzhuyzen. „Maar hoe zat dat bij Verdonk? Dat was in de openbare ruimte. Mijns inziens had de imam in dit geval moeten wijken. Handen schudden is een algemeen gebruik in Nederland. Verdonk was bovendien minister en daarom hoger qua positie.”
Duidelijkheid voorkomt verwarring, is de stellige overtuiging van Van Ditzhuyzen, die ook een korte versie van haar boek -”De Dunne Ditz”- heeft samengesteld voor mensen die denken dat etiquette iets moeilijks en elitairs is.
Op welke punten gaan Nederlanders het vaakst de fout in, volgens de auteur? „Wij zijn over het algemeen niet zo’n hoffelijk volk. We kunnen nog veel leren. Als eerste zeg ik altijd: Reageer op uitnodigingen. Dat gebeurt te vaak niet. „Ja, ik was zo druk”, is dan het excuus. Dat is geen argument. Stuur even een antwoordje. Als tweede: laten we vaker bedanken als we iets krijgen. En drie: gooi geen troep op straat.”
Een Nederlander die een schoolvoorbeeld is als het om etiquette gaat, kan Van Ditzhuyzen niet zomaar aanwijzen. „Ik heb lang zitten nadenken aan wie ik het boek zou moeten aanbieden. Ik kwam uit bij premier Balkenende, met zijn ”Fatsoen moet je doen”. Hij was echter verhinderd. Toen kwam ik uiteindelijk uit bij sinterklaas. Hij is hét voorbeeld van goede manieren: iedereen zegt u tegen hem; iedereen spreekt met twee woorden tegen hem: ja, sinterklaas, nee, sinterklaas. En sinterklaas is dé man die zich verplaatst in anderen, met zijn gedichten en cadeaus.”
„Niet tuttig, maar nuttig”
Etiquette is niet tuttig, maar nuttig, zegt Van Ditzhuyzen. Vijf gulden regels.
- De gastheer zet de toon.
- Geld als cadeau vragen (envelopje) kan echt niet.
- Er is verschil tussen kleding op het werk en in de vrije tijd.
- Geen plebsbestek op tafel: stal mobieltje en sleutelbos niet uit.
- Breng eten naar de mond, niet omgekeerd.