Simonis verwacht opvolger in januari
HILVERSUM (ANP) – Kardinaal Simonis denkt dat dit jaar nog niet bekend wordt wie hem als aartsbisschop van Utrecht gaat opvolgen. Hij verwacht dat paus Benedictus XVI in januari de nieuwe leider van het aartsbisdom zal benoemen.
Simonis, die maandag 76 jaar wordt, zei dat zondagavond in het RKK–programma Kruispunt, waarin hij vragen van kijkers beantwoordde. Simonis stelde eind vorig jaar zijn functie aan de paus ter beschikking, omdat hij 75 jaar was geworden. Het hoofd van de RK–Kerk verleende hem in april ontslag, maar Simonis bleef het aartsbisdom leiden tot een opvolger zou zijn benoemd. Op 8 december neemt de tandartszoon uit Lisse officieel afscheid als aartsbisschop en voorzitter van de bisschoppenconferentie.De kardinaal blijft van mening dat het priesterschap aan mannen voorbehouden moet blijven. Ook is hij nog steeds voorstander van het verplichte priestercelibaat en denkt hij dat toelating van rijpere gehuwde mannen tot het ambt geen oplossing voor het tekort aan priesters is. Hoewel hij in 2005 tijdens een bisschoppensynode in Rome voor een studie naar de toelating van zulke rijpere mannen tot het priesterambt pleitte, denkt hij dat zoiets „uiteindelijk geen oplossing biedt". Mocht het er toch van komen, dan vindt hij dat de desbetreffende mannen zeker 55 jaar moeten zijn. „Want voor die tijd kan iemand nog grote huwelijkscrises doormaken".
Volgens Simonis is niet het tekort aan priesters het probleem, maar het tekort aan gelovigen. Hij denkt dat door de afname van het aantal rooms–katholieken de behoefte aan priesters zal afnemen. „Wij hebben straks te veel priesters voor te weinig gelovigen", voorspelt de kardinaal.
Al ziet Simonis het ambt niet voor de vrouw weggelegd, hij wil wel meer vrouwen bij het bestuur van de kerk betrekken. In zijn eigen bisdom heeft de vroegere omroeppastor Maria ter Steeg een belangrijke bestuursfunctie. Simonis wijst er ook op dat er meer pastorale werksters dan pastorale werkers zijn. Ook de catechese en de voorbereiding op de eerste communie en het vormsel zijn vooral in handen van vrouwen.