Om het hart van het Evangelie
Sinds tijden verschijnt er weer een „substantieel boek” over Maarten Luther, zo kondigt de uitgever, Kok in Kampen, de nieuwe bundel ”Martin Luther - zijn leven, zijn werk” aan. Dinsdag, aan de vooravond van de Reformatieherdenking, wordt het „handboek” officieel gepresenteerd, in de lutherse Spuikerk in Amsterdam. „Bij Luther blíjf je nieuwe dingen tegenkomen.”
Ze treffen elkaar in Amsterdam: de lutherse dr. Sabine Hiebsch en de hervormde prof. dr. W. Balke. Beiden zijn betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe handboek (288 blz.); dr. Hiebsch als hoofdauteur en eindredacteur, prof. Balke als een van de scribenten. Daarmee is het plaatje echter nog niet compleet. Ook drie rooms-katholieke wetenschappers leverden een bijdrage.„Maar op zich vind ik dát nog niet zo bijzonder”, zegt dr. Hiebsch. „Ook hervormde, gereformeerde en auteurs van christelijk-gereformeerden huize werkten aan het boek mee, en dat vind ik nog meer opvallend. In die zin weerspiegelt deze bundel echt het oecumenisch karakter van het hedendaags Lutheronderzoek.”
Dat wil niet zeggen dat het een oecumenisch handboek is geworden. „De insteek is geweest dat mensen een bijdrage zouden leveren vanuit hún specialisme. En die bijdragen heb ik naast elkaar laten staan.”
Zelf schreef de onderzoekster de verbindende tekst en enkele van de excursen.
Wat hebt u persoonlijk met Luther?
„Luther heeft voor mij een heel existentiële betekenis gekregen. Van huisuit ben ik rooms-katholiek, maar ik heb de overstap gemaakt naar de Evangelisch-Lutherse Kerk. Mensen zeggen dan wel eens dat dit te maken heeft met mijn vrouw-zijn: als vrouw kun je geen dominee worden in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar voor mij was dat secundair. Het kernpunt van Luther, zijn centrale stelling dat de mens alleen wordt gerechtvaardigd door het geloof, zonder voorwaarden etcetera vooraf, heeft mij tot het besluit gebracht om over te stappen. Daar ligt voor mij ook het grote onderscheid tussen de Rooms-Katholieke Kerk en Luther. In 2000 ben ik toen gepromoveerd op ”Lea en Rachel in Luthers Genesispreken”.
In het Woord vooraf wordt de bundel getypeerd als een nieuw handboek.
„Het is aan de lezer om te bepalen wat hij van het boek vind, óf hij het een handboek vind. Waar het mij om gaat, en ik denk dat dit voor de meeste scribenten geldt, is dat we, juist nu de Protestantse Kerk nog relatief nieuw is, een aantal basisdingen over Luther voor het voetlicht willen halen. Wij merken, in het lezingencircuit bijvoorbeeld, dat er veel vraag is naar de theologie van Luther. En onze hoop is dat mensen door dit boek Luther zelf, zijn teksten, ook weer gaan lezen.”
Prof. Balke: „We verkeren in een fase van verhoogde aandacht voor Luther en ook Calvijn. Ook in de Rooms-Katholieke Kerk is sinds Vaticanum II meer openheid gekomen richting de reformator. Als mensen in de traditie van de Reformatie kunnen wij niet langer verwaarlozen wat rooms-katholieke onderzoekers bij de reformatoren op het spoor komen. Ze ontdekken soms heel andere dingen dan wij, gaan ook grondig met hun teksten om, en ik ben blij dat we daar nu kennis van kunnen nemen.”
Dr. Hiebsch: „In de tijd van prof. dr. W. J. Kooiman was het nog mogelijk dat één persoon zulke diepgaande, omvattende studies over Luther kon schrijven. Prof. Kooiman was echt een geleerde van formaat.”
Prof. Balke: „Bij Luther en Calvijn worden ook nog steeds nieuwe zaken ontdekt. Neem Luthers Genesispreken, de studie van mevrouw Hiebsch. Veel terreinen zijn nog maar net ontgonnen. En telkens als er weer een manuscript ontdekt wordt, blijkt hoe virulent, hoe levend, hoe actueel Luther en Calvijn zijn.”
Dr. Hiebsch: „Wat mij inderdaad steeds weer treft, is hoe ontzettend actueel Luther is. Waarbij ik vind dat je bereid moet zijn écht, onbevangen te luisteren naar zijn teksten. Wat zijn de vragen waarop hij antwoord probeerde te geven? En wat schrijft hij nu precies?”
Was het nog een idee geweest om in de nieuwe bundel wat explicieter in te gaan op de actualiteit van Luther?
Prof. Balke: „Je moet de teksten zelf laten spreken. We moeten er niet te veel met onze vingers tussen gaan zitten.”
Hart van het Evangelie
Bij zowel Luther als Calvijn, hoe verschillend qua persoon ook, gaat het om „het hart, het centrum, de spits van het Evangelie”, zegt de emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis. „Natuurlijk zie je verschillen tussen beiden. De plastische taal die Luther gebruikt, de wijze waarop hij zich uitdrukt, is zo kernachtig, zo op de mens gericht; Calvijn is een renaissance-mens in zijn omgang met taal. En toch zegt Calvijn ten diepste niets anders dan Luther. Er zijn wat dat betreft nogal wat sjablonen over Calvijn en Luther gelegd. Bij Luther zou het gaan om de genade van God; bij Calvijn om de eer van God. Maar bij beiden gaat het én om de genade van God én om de eer van God. Heel mooi vond ik wat de Lutherkenner prof. dr. J. P. Boendermaker, die ook bij het boek betrokken was, tijdens ons laatste gesprek zei: „Ik ga nooit meer een lezing over Luther houden zonder dat ik ook vertel wat ik bij Calvijn heb gelezen.”
PKN
Het nieuwe handboek wil ook een bijdrage leveren aan het levend houden van de lutherse erfenis in de Protestantse Kerk, schrijven prof. Balke en prof. dr. Boendermaker in hun Woord vooraf. De Evangelisch-Lutherse Kerk was in 2004 een van de kerken die opgingen in de PKN. Haar traditie dient echter „als een kostbare erfenis behouden te worden”, aldus de beide wetenschappers, die de hoop uitspreken dat de bundel een stimulans zal vormen „tot een echt samenleven en samenwerken in het verband van de Protestantse Kerk in Nederland.”
Dr. Hiebsch: „Bij veel mensen blijken vragen te leven, over het avondmaal bijvoorbeeld. Hoe wordt dit nu bekeken in de lutherse traditie?” Prof. Balke: „We moeten ook niet vergeten dat de lutherse gemeenschap in Nederland weliswaar heel klein is, maar Europees, internationaal gezien, is zij veel groter dan de kerken die in de traditie van Calvijn staan. Alleen al daarom moeten we deze kwantitatief kleine, maar kwalitatief balangrijke traditie en het onderzoek dat vanuit deze kring wordt verricht, levend houden.”
Even kwam de gedachte op dat de bundel (mede) als doel heeft de lutheranen in Nederland in de lucht te houden.
Dr. Hiebsch: „Het gaat ons niet in eerste instantie om de lutheranen, maar om Luther als theoloog, als mens ook. Juist nu, binnen het verband van de PKN, is het mogelijk beter naar elkaars tradities te kijken. In dat opzicht zou een boek als dit eigenlijk ook over Calvijn moeten verschijnen.”
Hoe ervaart u de samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende denominaties?
Prof. Balke: „Als buitengewoon prettig. Je zit bij elkaar, als mensen uit heel verschillende kerkelijke tradities, en gezamenlijk buig je je over bepaalde teksten. En dan blijkt de vitaliteit van de Bijbeluitleg van Luther, van Calvijn ook. Iedereen voelt, al luisterend: hier gaat het om het hart van het Evangelie; dit raakt je existentieel. Ik heb dat als heel verrijkend ervaren.”
Omschrijft u het hart van het Evangelie nog eens.
„Dat is de rechtvaardiging van de goddeloze, door het geloof alleen; de volstrekte uniciteit van de genade van God. Dáár gaat het om - en altijd weer moeten we proberen te voorkomen dat allerlei tradities hier als een deksel overheen komen te liggen. Dan ontstaat er scheefgroei. Het gaat mis zodra dogma en traditie niet meer hand in hand gaan met Schriftonderzoek. Dan is de zaak dood. Dat is funest. Dan kom je, aan de andere kant, ook tot de meest idiote resultaten van Schriftonderzoek.”
Het leerstuk van de rechtvaardiging van de goddeloze wordt anno 2007 nogal eens uitgelegd als: ieder mens mag er zijn - zonder dat Christus, als de enige Middelaar, in dat verband nog wordt genoemd.
Dr. Hiebsch: „Laat ik dit zeggen: het gaat ons erom hoe Luther de rechtvaardiging begrijpt. Voor hem stond het solus Christus centraal.”
Joden
Veel over Luther en Calvijn geniet nauwelijks enige bekendheid, constateert prof. Balke. „Neem bijvoorbeeld het feit dat zij buitengewoon veel waarde hechtten aan kennis van de grondtalen, Hebreeuws en Grieks. Juist Luther en Calvijn hebben zich beziggehouden met het jodendom, met de rabbijnse schriftuitleg. En dat de Joden in ons land niet in ghetto’s werden weggestopt, maar zelfs hun eigen synagogen mochten hebbben, is mede aan Luther en Calvijn te danken: juist bij hen trof je veel waardering aan voor hun traditie en manier van Schriftuitleg. Luther is ook volstrekt geen antisemiet.”
Blijft staan dat -onder andere- zijn laatste preek in Eisleben, vlak voor zijn overlijden, er richting de Joden bepaald niet om loog. Zie ook het recente boek van dr. René Süss over Luther en de joden.
Dr. Hiebsch: „Dit is een van de thema’s bij Luther die voor ons, als mensen van de 21e eeuw, moeilijk te doorgronden zijn. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Luthers visie op vrouwen. Heel bewust heb ik het thema Luther en de Joden ook meermalen in het boek opgenomen. Waarbij ik nadrukkelijk zeg: we moeten Luther in zijn tijd beschouwen. Zijn insteek werd sterk bepaald door zijn eindtijdverwachting. En laten wij dan eerst maar eens een poosje stil zijn. De Lutherse Wereldfederatie heeft zich overigens heel duidelijk van sommige van zijn uitlatingen gedistantieerd. Maar de andere kant is dat we die nooit, met een soort van fotoshop, uit hun verband mogen rukken en zeggen: Kijk, hier heeft Hitler zijn argumenten vandaan gehaald. U noemde net het recente boek van Süss. Dat heeft in die zin meer verwarring gezaaid dan wetenschappelijk gefundeerde helderheid geschapen.”
Prof. Balke: „Als je geen begrip hebt voor de paradoxaliteit van Wet en Evangelie bij Luther, kun je zijn teksten nooit begrijpen. Voor Luther is het een hartezaak dat de genade tegenover de wet staat. En vanuit die paradoxaliteit scheert hij joden, Grieken en christenen over één kam. Allemaal kunnen ze alleen gerechtvaardigd worden door het geloof, niet door de wet. En daar wordt te weinig rekening mee gehouden.”
Intensief heeft Luther zich ook beziggehouden met „de Turken”, de islam.
Dr. Hiebsch: „Ook daarin is hij inderdaad bijzonder actueel.”
Prof. Balke: „Wat velen in dit verband niet weten, is dat ook Calvijn de Koran niet wilde verbieden, evenmin als Luther. „Laten ze die maar lezen, dan komen ze er vanzelf achter”, was hun beider inzicht.”
Dr. Hiebsch: „Overigens heeft prof. Kooiman destijds al aandacht gevraagd voor Luther en de islam. De laatste tijd verschijnen er ook in de Engelse en Duitstalige wereld publicaties op dit terrein.”
En prof. Balke, voelt u zich inmiddels een beetje lutheraan?
„Dat heb ik me altijd gevoeld. Sterker, Luther heeft me uiteindelijk bij Calvijn gebracht. En als het gaat om de Lutherse Kerk in de PKN: vanuit Calvijn denken we altijd oecumenisch. De lutherse traditie moeten we bewaren, met behulp van die traditie zelf.”
Dr. Hiebsch: „Ik ben ook lid van de synode van de PKN. En soms hoor je daar wel eens van: Nu moeten we eens ophouden om over de verschillen te praten; laten we het hebben over wat ons bindt. En natuurlijk, dat moet ook. Maar dat neemt het waardevolle van de verschillende tradities, de lutherse, de calvinistische, beslist niet weg.”