Organiseer nationaal opvoeddebat
De samenleving moet in gesprek gaan over de vraag wat wij verwachten van opvoeding, hoe we ouders kunnen ondersteunen en waarop we elkaar aanspreken, vindt Mirjam Sterk. Zo’n nationaal debat moet de verlegenheid over opvoeding overwinnen.
Rust, reinheid, regelmaat. Het doet het nog steeds goed, ook onder jonge ouders. Maar opvoeden gaat om meer. Opvoeden betekent het bieden van een veilig thuis waar kinderen zich kunnen ontplooien met hun eigen talenten. Waar ouders voorleven wat verantwoordelijkheid nemen is, waar waarden en normen worden aangeleerd in een omgeving van geborgenheid en liefde. Ouders zijn als eerste verantwoordelijk.Niet alleen ouders zijn van invloed op hoe kinderen opgroeien. Kinderen komen buiten het gezin op veel andere plekken. Of dit nu de school, de kinderopvang, de kerk, de sportvereniging of de scouting is. Al deze opvoedkringen, zoals de christendemocratie ze noemt, dragen ook een deel van de verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Ook hier brengen opvoeders waarden bij als medemenselijkheid, bescheidenheid en behulpzaamheid.
Door berichten in de media ontstaat de indruk dat er veel misgaat in gezinnen. In 85 procent van de gezinnen in Nederland gaat het echter goed. Toch worstelen ouders daar soms met de maatschappelijke thema’s van vandaag. Voorbeelden hiervan zijn de enorme vlucht van de communicatiemogelijkheden door internet en mobiele telefoon, de beeldcultuur, maar bijvoorbeeld ook het gebruik van alcohol. Uit onderzoek blijkt dat de invloed van de primaire opvoeding van ouders op kinderen steeds meer afneemt als het gaat om wat er op kinderen afkomt. Daarom is het goed om ook over verantwoordelijkheidsvraagstukken die hierbij horen met de andere opvoedmilieus te spreken.
Basisvraag
Tot nu toe heeft minister Rouvoet reeds veel zaken in gang gezet als het gaat om de geïnstitutionaliseerde zaken als jeugdzorg en centra voor jeugd en gezin. Hierin heeft hij de steun van de CDA-fractie. Te vaak blijkt dat kinderen tussen de hulpverleners doorlopen. Er is dus veel te winnen als hulpverleners daadwerkelijk met elkaar gaan samenwerken. ”Eén gezin, één plan” moet daarbij het leidende principe zijn.
Wij missen echter de aandacht in het beleid van de minister voor al die anderen die ook een (kleine) rol spelen in de opvoeding. Minister Rouvoet heeft in onze ogen een te statelijke blik. Het CDA vindt het juist van groot belang dat we met elkaar als samenleving in gesprek gaan over de basisvraag wat verwachten wij van opvoeding, hoe kunnen we ouders daarbij ondersteunen en waar mogen wij elkaar op aanspreken? Deze gedeelde verantwoordelijkheid zouden we dus ook in gedeelde verantwoordelijkheid met elkaar moeten bespreken. Dit is het idee achter het door het CDA voorgestelde nationale opvoedingsdebat.
In de debatten kan het gaan over vraagstukken als: verwachten wij en accepteren wij van een leraar dat hij ouders aanspreekt op het niet betrokken zijn bij de prestaties van hun kind op school en het niet komen opdagen op ouderavonden? Verwachten wij dat de coach van het voetbalteam jongens uit zijn voetbalteam aanspreekt op hun overmatig gebruik van alcohol na het voetballen? Kunnen medewerkers van het kinderdagverblijf ouders aanspreken op het wel erg onhandelbare prinsessengedrag van hun dochter tegen andere kinderen? Maar ook andere thema’s als de seksualisering van de samenleving en internet zouden aan bod moeten komen.
Opvoedcanon
Dat gesprek zal niet eenvoudig zijn. Uit onderzoek onder lezers van het blad J/M, een tijdschrift voor ouders van schoolgaande kinderen, een aantal maanden geleden bleek dat ouders tevreden zijn over de eigen opvoeding maar veel kritiek hebben op de opvoeding van andere ouders. Het aanspreken van elkaar over de opvoeding is een taboe dat niet alleen tussen ouders speelt maar ook tussen ouders en al die andere opvoedmilieus. Toch zou het grote winst zijn als we deze verlegenheid, om in het belang van het kind elkaar te durven aanspreken op de verantwoordelijkheid die we met elkaar hebben, zouden overwinnen.
Een nationaal opvoeddebat kan deze vragen op de kaart zetten en daarmee de verlegenheid bespreekbaar maken. Want iedereen voelt de noodzaak om kinderen gezond en veilig te willen laten opgroeien. We hebben met het debat niet de illusie dat de onbereikbare ouders ineens op de eerste rij zullen zitten. Wat we ook niet willen is dat we uitkomen op een soort nieuwe ”Tien Geboden van het Opvoeden”. Dit debat zal inzicht geven in de opvoedingsvragen anno 2007 en hoe wij als samenleving met ieder zijn eigen verantwoordelijkheid hierop kunnen inspelen.
Dit moet leiden tot een soort opvoedcanon waarin conclusies worden getrokken. Deze conclusies kunnen door iedereen opgepakt worden en dienen waar nodig beantwoord te worden door de politiek. Het zal in ieder geval de opmaat moeten zijn voor de gezinsnota van deze minister voor Jeugd en Gezin in 2008. Samen opvoeden doe je immers niet alleen.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.