Speurtocht in hartje China
PEKING - Een speurtocht naar christelijke graven in hartje China begon in een antiquariaat in Peking. Tjalling Halbertsma stuitte op een boek over grafrestanten van nestoriaanse christenen in Mongolië. Hij reisde in 1999 naar Binnen-Mongolië, hoewel dat destijds slechts oogluikend werd toegestaan. De speurtocht leidde tot een proefschrift waarop hij dinsdag in Leiden promoveert.
In de steppe van Binnen-Mongolië, zo’n 700 kilometer boven Peking, vond Halbertsma op grafstenen teksten in het Syrisch, Chinees en Uigur en symbolen uit christendom, boeddhisme en taoïsme. De stenen waren versierd met kruisen die uit lotuskelken oprezen of door draken omhoog werden gehouden. Het ging om graven van de Öngöt, christenen van vermoedelijk Turkse afkomst.De auteur beschrijft in zijn boek (dat volgend jaar bij uitg. Brill in een handelseditie verschijnt) de ontdekking van het erfgoed en probeert de nestoriaanse cultuur van Binnen-Mongolië te reconstrueren. Ook gaat hij in op de geschiedenis van het nestoriaanse christendom in China. „De studie van dit onderwerp trekt de laatste jaren veel belangstelling. Dat blijkt onder meer uit allerlei internationale conferenties en tentoonstellingen.”
Nestorianen
De nestorianen scheidden zich in de vijfde eeuw af van de kerk van Rome en werden daarop naar het Oosten verbannen. Halbertsma plaatst overigens kanttekeningen bij ”nestoriaans christendom”, een term die duidt op een ketterse stroming binnen het christendom die teruggaat op Nestorius (ca. 382-451). Deze loochende dat Maria de moeder van God was.
Halbertsma vindt het van belang te weten dat Nestorius niet de stichter was van de kerk van het Oosten, die zo sterk geassocieerd werd met zijn naam, en dat deze kerk ook niet zijn ideeën uitdroeg. „De term is door het Westen bedacht. De kerk van het Oosten maakte dit onderscheid zelf waarschijnlijk veel minder en voelde zich onderdeel van de wereldkerk. We hebben eigenlijk geen goed alternatief, ook omdat we niet weten hoe de nestorianen in China zichzelf in deze periode noemden.”
Al eeuwen geleden sprak het christendom in China tot de verbeelding in het Westen. In het midden van de elfde eeuw deed in middeleeuws Europa de legende de ronde van een machtige christelijke koning, die Johannes zou heten. Pauselijke gezanten trokken naar het Verre Oosten om in contact te komen met deze legendarische vorst.
Naar nu wordt aangenomen, had de cultus rond deze persoon te maken met de historische figuur Yelü Dashi. Hij bood een krachtig tegenwicht tegen de moslims in Centraal-Azië. Veel van zijn onderdanen waren nestoriaanse christenen. Deze Dashi was zelf echter geen christen maar boeddhist. Dat is uit later onderzoek gebleken.
Steppe
In ieder geval resulteerde deze belangstelling in een grote hoeveelheid reisliteratuur en brieven over de aanwezigheid van christenen in het Verre Oosten. De archeologische resten in wat nu Binnen-Mongolië heet, bleef vele eeuwen verborgen. Dat veranderde toen in de jaren twintig van de vorige eeuw een aantal vindplaatsen werd ontdekt. Dat leidde tot de komst van veel onderzoekers, die registreerden wat ze vonden en een aantal kleine voorwerpen meenamen. Na 1949, toen China communistisch werd, sloten de nieuwe machthebbers de regio voor onderzoekers af. In de jaren negentig van de vorige eeuw werd het gebied weer opengesteld.
Omdat het merendeel van het materiaal inmiddels vernield en geroofd is, voorziet Halbertsma’s proefschrift in een laatste documentatie van een vroegchristelijke cultuur. „Omdat het materiaal als sneeuw voor de zon verdwijnt, is het belangrijk om nog zo veel mogelijk te inventariseren en te documenteren voordat het voorgoed verdwenen is.”
Halbertsma was tot 2006 werkzaam als adviseur in het kantoor van de president van Mongolië. Hij schreef verschillende reisverhalen en werkte voor diverse media in Nederland en Engeland. „Het veldwerk was een heerlijke bezigheid. De steppe is er oneindig, de blauwe luchten zijn prachtig, de mensen zijn daar gastvrij en vriendelijk. ’s Nachts schijnen de sterretjes aan een donkere hemel. Het kan daar nog echt donker zijn! Ik zou zo wel weer terug willen. Dat gebeurt vast nog eens.”