Binnenland

De wethouder als meester op De Zandbaan

RILLAND - Geld inzamelen voor arme mensen, een hond die nodig zijn behoefte moet doen, moppen over domme Belgen en behulpzaam zijn.

Corina de Vos
16 November 2007 10:55Gewijzigd op 14 November 2020 05:17
RILLAND – SGP-wethouder Jaap Sinke gaf donderdag een gastles over respect op de reformatorische basisschool De Zandbaan in Rilland. „Moppen kunnen Belgen pijn doen. Belgen zijn niet allemaal dom. En ze hebben veel meer geduld dan wij!” Foto Willem Woznitz
RILLAND – SGP-wethouder Jaap Sinke gaf donderdag een gastles over respect op de reformatorische basisschool De Zandbaan in Rilland. „Moppen kunnen Belgen pijn doen. Belgen zijn niet allemaal dom. En ze hebben veel meer geduld dan wij!” Foto Willem Woznitz

Diverse onderwerpen kwamen aan bod in de gastles die SGP-wethouder Jaap Sinke van Reimerswaal donderdag op de Dag van Respect gaf op reformatorische basisschool De Zandbaan in Rilland.„Mijn naam was altijd meester Sinke. Daarom vind ik het geweldig om bij jullie te zijn.” Zo begint de wethouder, die dertig jaar onderwijzer is geweest, zijn les. Hij opent de krant en citeert: ”Hamas doodt zeven Fatahleden”. ”Vijf arrestaties na dodelijke steekpartij”. ”Hengeloër bevrijdt meisje dat in bossen is gesleurd”. Sinke: „In de krant staan veel verdrietige dingen. Het is belangrijk dat we respect hebben voor anderen, de natuur en de maatschappij.”

De elf kinderen van groep zeven en acht luisteren ingespannen. De voormalige meester weet hen te boeien. „Wat heeft met respect te maken?” Vingers vliegen omhoog. Een blond jongetje in het Zeeuws: „Dat je goed voor elkaar bent.” Een meisje: „Dat je elkaar accepteert.” De meester-wethouder is tevreden met de antwoorden.

De leerlingen weten ook hoe je goed voor elkaar kunt zijn. „Je kunt je broertje of zusje helpen met zoeken als ze iets kwijt zijn”, zegt een meisje met een paardenstaart. Haar klasgenootje: „Je kunt geld ophalen voor andere mensen.” „Of stroopwafels verkopen!” roept een jongen. „Als je dat bij mij komt doen, koop ik een pakje. Ik lust ze graag”, zegt Sinke.

Directeur Paul Schipaanboord vindt respect een belangrijk onderwerp. Daarom geeft de school, met in totaal vijftig leerlingen, aandacht aan deze dag. „Impliciet geven we er elke dag al aandacht aan. Respect hoort bij een christelijke levenswandel. Maar ik vind het goed om er één dag expliciet bij stil te staan.”

Af en toe wordt op de school een enquête afgenomen onder de leerlingen van groep vijf tot acht. Ze kunnen dan reageren op stellingen die met onderlinge omgang te maken hebben. „Een van de stellingen is: „Op school wordt regelmatig iemand gepest of uitgescholden.” Honderd procent van de leerlingen ontkende deze stelling. Dat is een goed teken”, zegt Schipaanboord.

Hij vertelt dat de inspecteur na zijn bezoek in het verslag schreef: „De sfeer op De Zandbaan is prettig. Leraren en leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar om.” Hier was de directeur blij, maar niet tevreden mee. „Het respect tegenover buitenstaanders is ook erg belangrijk. Kinderen van onze school en leerlingen van andere scholen schelden elkaar wel eens uit.”

In de klas gaat Sinke verder met zijn les. Hij vraagt wat de Bijbel over respect zegt. Hier hoeven de leerlingen niet lang over na te denken. „Je moet God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf”, antwoordt een van hen. De wethouder: „Je moet dus ook mensen met een andere huidskleur en uit een ander land liefhebben. In Rilland wonen toch ook Turken, Polen en Marokkanen?” De kinderen knikken.

De gastmeester vertelt dat hij ervan houdt moppen te vertellen. „Ik moet dan wel diep nadenken, want ik heb geen zak met moppen”, zegt hij terwijl hij zijn colbertje opendoet en z’n binnenzak laat zien. „Moppen kunnen mensen pijn doen. Ze zijn alleen grappig als ze voor iedereen leuk zijn.” Een meisje steekt haar vinger op: „Moppen gaan vaak over domme Belgen.” Sinke: „Dat klopt. Moppen kunnen Belgen pijn doen. Belgen zijn niet allemaal dom. En ze hebben veel meer geduld dan wij!”

Aan het eind van de gastles mogen de kinderen een quiz invullen. Een van de vragen luidt: Jullie hond zit bij de voordeur te janken. Hij moet echt heel nodig! Maar jij zit net lekker te computeren en je zit in een level dat je nog nooit bereikt heb. Wat doe je? De kinderen kunnen kiezen uit drie antwoorden of zelf een antwoord verzinnen. Een jongen noteert: „Wij hebben geen hond.”

De pauze begint. Wethouder Sinke steekt twee duimen op naar de klas en zegt: „Denk aan anderen en aan jezelf!” Hij ontvangt een daverend applaus. Buiten het lokaal: „Ik heb ervan genoten. Dit zou ik veel vaker willen doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer