De associatieovereenkomst voorziet onder meer in de wederzijdse erkenning van de theologische opleiding en het ambt van predikant. Predikanten mogen in elkaars kerkdiensten voorgaan en andere ambtelijke werkzaamheden verrichten, zoals de bevestiging van een predikant of een consulentschap.De VEG benoemt voor een periode van vier jaar een afgevaardigde en een secundus (tweede afgevaardigde) die de vergaderingen van de generale synode van de Protestantse Kerk gaan bijwonen. Een voorstel van ouderling-kerkrentmeester J. van Heijst om twee afgevaardigden met stemrecht aan te wijzen („laten we niet karig of krenterig zijn”), vond onvoldoende steun; wel besloot de synode de afgevaardigde stemrecht te geven, in plaats van een adviserende functie.

De VEG sloot eerder dit jaar al een samenwerkingsovereenkomst met de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Predikanten van de Bond worden voortaan (deels) opgeleid aan de vestiging Utrecht van deze universiteit. De VEG krijgt mogelijk een bijzondere leerstoel aan de PThU.

De VEG onderhield al nauwe banden met de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Met de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden was geen officieel contact. Na de vorming van de Protestantse Kerk in 2004 moesten de bestaande overeenkomsten worden samengebracht en nader ingevuld. De associatieovereenkomst is hiervan het resultaat. De classicale vergaderingen mogen zich nog uitspreken over het besluit.

Dr. B. Plaisier en prof. dr. L. Koffeman gaven aan dat de Protestantse Kerk met verschillende kerkgenootschappen in gesprek is over mogelijke associatieovereenkomsten. „Er is van alles in beweging”, aldus dr. Plaisier. Desgevraagd zegt hij dat er gesprekken zijn met een Ghanese kerk en enkele Indonesische kerken in Nederland.

De VEG telt 37 gemeenten, ongeveer 6000 belijdende leden en 20 dienstdoende predikanten.