Een vraag
Deze vrouw was een heidin die tot nu toe vreemdeling van de verbonden der beloften was. Zij zal nu echter door de Heere als een eersteling van de heidenen toegevoegd worden. Dit tot een bewijs dat eens ook de heidenen door middel van het evangelie zouden worden toegevoegd.
Deze vrouw kwam tot Jezus. Zij zal gehoord hebben dat Jezus daar was. Zij werd naar Hem gedreven door de ellende van haar dochter. Zij wil van deze goede gelegenheid gebruikmaken, want Jezus was daar. Daarom was het nu de tijd om tot Hem te komen en te vragen of Hij haar dochter wilde genezen.Laten we hieruit leren de juiste tijd in acht te nemen. Jezus is nog bij en onder ons. Hebt u wat nodig? Kom tot Jezus, haast u, wie weet hoe kort deze tijd zal zijn.
Is het louter uit nieuwsgierigheid dat zij tot Jezus wil komen? Neen, ze heeft wat nodig. Daarom vraagt zij Hem: „Heere, Gij Zone Davids, ontferm U mijner, mijn dochter is deerlijk van de duivel bezeten.” Zij spreekt de Christus aan met de naam van Heere, die gezag en waardigheid heeft. Daarmee geeft ze te kennen dat zij Hem voor een groot persoon hield, aan Wie zij verplicht was onderdanig te zijn. Daarmee erkende zij ook dat Hij machtig was haar dochter te genezen.
Cornelis van Vollenhoven (”De waarheid in het binnenste”, 1759)