705 miljoen euro terugbetalen die zij onterecht hebben ontvangen. In driekwart van de gevallen was het de uitkeringsgerechtigde aan te rekenen dat hij te veel kreeg, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het overige deel van de schuld bestaat uit leningen die de bijstandsgerechtigden bij gemeenten hebben afgesloten om bijvoorbeeld een wasmachine of koelkast te kopen of een eigen bedrijf te beginnen.

In 60 procent van de gevallen bedraagt de schuld minder dan 1000 euro. Bij 12 procent gaat het om bedragen van meer dan 5000 euro.

Zes op de tien bijstandsgerechtigden zijn vrouwen. En twee op de drie zijn laagopgeleid en hebben geen diploma waarmee zij de arbeidsmarkt op kunnen.

Laagopgeleiden zitten volgens het CBS het langst in de bijstand. Van de bijstandstrekkers met alleen basisonderwijs had in 2005 bijna de helft vijf jaar of langer een uitkering. Bij de hoger opgeleiden was dat 35 procent.

Het aantal huishoudens met bijstand is gedaald van ruim 6 procent eind 2000 tot ruim 5 procent eind 2006. Vooral in de grote steden daalde het aantal. In Amsterdam was de daling het grootst en ging het van 14 naar 10 procent.