Dat stelt de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) in een brief aan minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken. De vereniging vindt dat de minister de actie van de AIVD tegen journalist Frénk van der Linden scherp moet veroordelen.Van der Linden werd in de jaren tachtig bij toenmalig weekblad De Tijd in de gaten gehouden door de geheime dienst, toen nog BVD. Die huurde daarvoor een medejournalist als „mol” in.

Van der Linden confronteerde Ter Horst deze week met zijn bevindingen toen hij haar interviewde voor Nieuwe Revu. De mol vertelde het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar de AIVD onder valt, dat Van der Linden met een geradicaliseerde blik was teruggekeerd van een reis door het Midden-Oosten. Over de vraag welk nut dergelijke rapportages hebben, wilde Ter Horst geen mededelingen doen.

„De NVJ zal in een brief aan minister Ter Horst aandringen op een inhoudelijke reactie, waarin duidelijk wordt gemaakt dat zij dit handelen scherp veroordeelt en dat het door de AIVD verkregen materiaal vernietigd wordt”, aldus algemeen secretaris T. Bruning van de NVJ.

Die beschouwt het spioneren van journalisten niet langer als een incident, want vorig jaar werden Telegraafjournalisten Bart Mos en Joost de Haas ook al afgeluisterd. „Bronnen moeten zonodig anoniem misstanden kunnen melden bij de media, waarbij zij erop moeten kunnen vertrouwen dat er zorgvuldig met hun rol als klokkenluider zal worden omgegaan. Een meeluisterende overheid doorbreekt deze onafhankelijke en vertrouwelijke rol”, stelt Bruning.

Van der Linden stelt dat de AIVD hem nog steeds in de gaten houdt. Hij concludeert dat na bestudering van zijn dossier over de periode 1977-1990, dat hij van de AIVD heeft gekregen. Over de jaren negentig wilde de AIVD geen inlichtingen verstrekken op het moment dat in 2000 aan Van der Linden op diens verzoek zijn dossier werd overlegd. Die informatie werd te vers geacht.