„Stork had bemiddelaar nodig"
AMSTERDAM (ANP) – Industrieel concern Stork had er goed aan gedaan een bemiddelaar aan te stellen om een oplossing te vinden voor het conflict met de grootaandeelhouders Centaurus en Paulson. Dat concludeerden Leendert van den Blink en Lou Traas die in opdracht van de Ondernemingskamer van het gerechtshof van Amsterdam de gang van zaken tussen de partijen onderzochten.
De twee grootaandeelhouders, die samen een derde van de aandelen Stork in handen hebben, wilden dat Stork zich uitsluitend zou richten op de luchtvaartactiviteiten en dat de overige divisies werden verkocht. Stork zag hier niets in en wilde verder met de zogenoemde ’drie pilaren strategie’, waarbij het bedrijf naast luchtvaart actief zou zijn op het gebied van technische dienstverlening en de ontwikkeling van machines voor de vleesverwerkende industrie.Volgens de onderzoekers heeft Stork te halsstarrig vastgehouden aan de ’drie pilaren strategie’ en werd een onderzoek naar een eventuele beëindiging van de beursnotering te „lichtvaardig" genomen.
Een bemiddelaar had Centaurus en Paulson duidelijk kunnen maken dat zij onder het Nederlandse vennootschapsrecht nooit hun zin hadden kunnen doordrijven, aldus de onderzoekers. Tegelijkertijd had een bemiddelaar Stork er op kunnen wijzen dat niet argumenten, maar de stemverhoudingen in aandeelhoudersvergaderingen de uitkomst van een conflict bepalen.
Volgens Stork concludeerden de onderzoekers ten onrechte dat de onderneming een advies om een onafhankelijke bemiddelaar aan te stellen in de wind heeft geslagen.
De onderzoekers zagen twee redenen om te twijfelen aan het slagen van het onderzoek naar het vertrek van de beurs. Zo zouden de raad van bestuur en de commissarissen van Stork zich niet hebben afgevraagd of het aandeel Stork werd ondergewaardeerd zo lang het bedrijf intact gehouden werd.
Een tweede reden was dat Stork uitging van een aanzienlijke waardestijging van de onderneming, met name de luchtvaartactiviteiten, op een termijn van tien tot twintig jaar. Volgens de onderzoekers had Stork zich dan ook moeten richten tot potentiële kopers met een vergelijkbare beleggingshorizon. Het bedrijf heeft gedurende het onderzoek echter uitsluitend gesproken met investeringsmaatschappijen die twee tot zeven jaar vooruit kijken. „Het onderzoek was derhalve gedoemd te mislukken".
Volgens de raadsman van het industrieel concern hebben grote belanghebbenden zoals Centaurus en Paulson twee maanden de tijd om de Ondernemingskamer van het gerechtshof van Amsterdam te verzoeken wanbeleid vast te stellen. „Als niemand dat doet, is de zaak klaar", aldus de advocaat.
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) stelde dinsdag dat het onderzoeksverslag in zijn huidige vorm niet beantwoordt aan de onderzoeksvraag van de Ondernemingskamer en in ieder geval onvoldoende basis vormt voor de conclusie van wanbeleid in een mogelijke vervolgprocedure.