CIDI-rapport draagt bij aan polarisatie
De kritiek van Bert de Bruin, Markus Flamman en Indra Barry (RD 5-11) op United Civilians for Peace is ongefundeerd en polariserend, vindt Jack van Ham.
Het opiniestuk van De Bruin, Flamman en Barry over een rapport dat zij in opdracht van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) schreven over UCP, geeft aanleiding een aantal zaken recht te zetten.UCP is een samenwerkingsverband van ICCO, Oxfam Novib, Cordaid en IKV Pax Christi dat zich inzet voor een rechtvaardige oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De uitgangspunten en doelstellingen van UCP komen overeen met die van de Nederlandse regering. Dit is bij herhaling verklaard door verschillende bewindslieden. In tegenstelling tot wat de auteurs beweren, versterken de activiteiten van UCP de samenhang, geloofwaardigheid en effectiviteit van het Nederlandse Midden-Oostenbeleid.
UCP analyseert en beoordeelt het gedrag van de conflictpartijen op basis van de universele maatstaf van het internationale recht. Gezien de asymmetrie in het conflict heeft UCP meer kritiek op het gedrag van de bovenliggende partij die het internationale recht al decennialang met ernstige humanitaire en politieke gevolgen schendt: de Israëlische regering. Wat UCP doet en bepleit, is dus een afgeleide van de ongelijke verhoudingen ”op de grond”.
De auteurs en het CIDI verwijten UCP een polariserende rol te spelen. UCP beseft dat het publieke en politieke debat over het Israëlisch-Palestijnse conflict ernstig gepolariseerd is. Echter, het kader dat UCP hanteert heeft juist een matigende invloed hierop. Het hanteren van de mensenrechtenbenadering in dit conflict betekent immers per definitie dat men boven de partijen staat.
Draagvlak
Doordat gevestigde organisaties in UCP participeren, is UCP goed in staat om het maatschappelijke draagvlak voor een rechtvaardige oplossing van het conflict te versterken. Binnen enkele jaren is UCP een maatschappelijke speler geworden die stevig in de Nederlandse samenleving is geworteld.
Auteurs en CIDI stellen dat UCP zich uitsluitend kritisch uitspreekt over het handelen van Israël. Maar het is juist UCP dat álle geweld tegen burgers veroordeelt en van mening is dat alle partijen in alle omstandigheden de mensenrechten moeten respecteren. De actuele rapportage van Al-Haq over het Palestijnse mensenrechtengedrag is hier een krachtig voorbeeld van, hoe smalend de auteurs er ook over spreken.
Op diverse punten in het CIDI-rapport wordt vermeld dat UCP zou oproepen om Israël met sancties te bestraffen. Maar deze bewering wordt niet onderbouwd met feiten. Wat UCP wél bepleit is het serieus nemen van de verantwoordelijkheden die staten volgens het internationale recht hebben. Die zijn niet vrijblijvend. Wanneer een staat systematisch en met ernstige gevolgen het internationale recht schendt, dient dat gevolgen te hebben. In dat verband heeft UCP in het verleden een genuanceerd pleidooi gehouden voor het versterken van politieke conditionaliteit, waarbij de toekenning van privileges die Israël geniet, wordt gekoppeld aan goed gedrag inzake mensenrechten en democratische principes.
Maar van deze en andere nuanceringen willen de auteurs en het CIDI niets weten. Die stellen zelf dat „kritiek op United Civilians for Peace de aanzet tot ons onderzoek gaf.” De conclusie was kennelijk al op voorhand getrokken en werd vervolgens alleen nog maar aangekleed met selectief gekozen en geïnterpreteerde ’feiten’. Hierdoor draagt het CIDI, dat actief aan het rapport heeft meegewerkt, bij aan verdere polarisatie en levert het op geen enkele wijze een positieve bijdrage aan de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Integendeel.
De auteur is voorzitter van United Civilians for Peace.