Dat zei ombudsman Alex Brenninkmeijer woensdagavond in het actualiteitprogramma EénVandaag. Afgelopen weekend werd bekend dat voorlichters van het ministerie van Sociale Zaken het afgelopen jaar artikelen hadden bekeken in de computers van de persdienst GPD. Brenninkmeijer noemt het meekijken door de voorlichters van Sociale Zaken een heel ernstig punt en een flagrante inbreuk op het vertrouwen tussen burger en politiek.Volgens Brenninkmeijer zijn de huidige onderzoeken naar deze zaak te veel gericht op de strafrechtelijke kant van de zaak. Zowel het ministerie als de rijksrecherche is een onderzoek begonnen.

„Voor mijn idee gaat het hier niet om strafbare feiten. De kern van de zaak is: heeft het betekenis voor de persvrijheid?” aldus Brenninkmeijer.

Hij vindt dat de Nationale ombudsman een duidelijke rol kan spelen in de GPD-kwestie. Ik ben onafhankelijk en niet ondergeschikt aan enig minister. We hebben zeer ruime onderzoeksbevoegdheden, die gelijk zijn aan een parlementaire enquêtecommissie of een rechter.”

De twee voorlichters hebben zich niet schuldig gemaakt aan het beïnvloeden of censureren van artikelen van de persdienst GPD. Zij konden ook niet bij administratieve, persoonlijke of andere gegevens, zoals onafgeronde artikelen of bronnen, komen, aldus advocate Inez Weski in een reactie op de affaire. Weski staat momenteel de twee ambtenaren bij en reageert voor het eerst namens hen op de kwestie.

Volgens de raadsvrouw hadden de twee niet, zoals is beweerd, toegang tot het interne netwerk van de GPD. Daarom acht Weski de beeldvorming die nu mede door de betrokken persdienst wordt geschetst, onjuist, disproportioneel en „uiteindelijk grievend voor cliënten.”