Buitenland

Ook Kohl regeerde ooit met krappe meerderheid

De unieke bijna-patstelling tussen SPD en CDU/CSU heeft de rood-groene coalitie in Berlijn zondag uiteindelijk een zeer krappe verkiezingszege opgeleverd. De uiterst kleine meerderheid in de Bondsdag kan kanselier Schröder problemen bezorgen, meent Oskar Niedermayer van het Instituut voor Politicologie van de Freie Universität in Berlijn. „Het komt er nu op aan hoe het eerste halfjaar van de coalitie verloopt.”

AP
24 September 2002 08:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

„De SPD wordt weliswaar voortdurend als overwinnaar afgeschilderd, maar je moet je wel realiseren dat ze stemmen heeft verloren en de regeringsmacht maar net heeft behouden”, aldus Niedermayer. Belangrijk zijn volgens de politicoloog nu de binnenlandse ontwikkelingen, met name op de arbeidsmarkt.

De voorspelling van CSU-leider Edmund Stoiber dat de rood-groene coalitie nog in het komende regeringsjaar zal struikelen, wil Niedermayer niet meteen afwijzen. „Het zou gevaarlijk kunnen worden als de coalitie politiek niets doet en de SPD bij de eerstvolgende deelstaatverkiezingen een nederlaag lijdt.”

Niedermayer waarschuwt Stoiber er anderzijds voor niet al te zeer te rekenen op een spoedige val van het kabinet. Recente en historische voorbeelden laten zien dat een nipte overwinning geenszins betekent dat een regering een kort leven beschoren is. Bij de eerste Bondsdagverkiezingen na de oorlog, op 14 augustus 1949, behaalden CDU en CSU slechts een kleine meerderheid met 31 procent van de stemmen, tegen de SPD 29,2 procent. Konrad Adenauer dankte zijn verkiezing tot kanselier aan een meerderheid van slechts één zetel.

Ook in 1994 was het spannend voor de toenmalige kanselier Helmut Kohl. De coalitie van CDU/CSU en FDP behaalde slechts 341 van de in totaal 672 zetels in de Bondsdag, vier zetels meer dan de helft plus één (337). Volgens de voorlopige officiële uitslag van de verkiezingen van zondag krijgt Schröder met de Groenen samen eenzelfde voorsprong. Van de in totaal 603 zetels krijgen SPD en de Groenen er 306, vier meer dan de minimaal benodigde meerderheid van 302.

In de deelstaat Hessen zijn nipte verkiezingszeges een traditie. Van ’87 tot ’91 regeerden CDU en FDP en de vier jaar daarna de SPD en de Groenen, en beide coalities met een krappe meerderheid van twee zetels. Ook de huidige CDU-regering van minister-president Roland Koch moet het doen met een meerderheid van slechts twee zetels.

Volgens Niedermayer is het voor de stabiliteit van de coalitie van belang dat beide partijen elkaar goed kennen en hebben bewezen moeilijkheden te kunnen overwinnen. Bovenal geldt dat ook een krappe meerderheid democratisch gezien volledig legitiem is. Nu komt het maar op één ding aan, aldus Niedermayer: „Schröder moet zijn kansen benutten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer