Met belangstellenden naar Bahrein
ROTTERDAM - Het gaat de maritieme industrie voor de wind. Nieuwe havens, grotere schepen, volle orderboeken. Eén probleem: „Er is een schreeuwend tekort aan goed personeel.”
Nog nooit waren de hallen van Ahoy Rotterdam zo vol. Europort Maritime 2007, de internationale vakbeurs voor maritieme techniek, telt deze week maar liefst 950 exposanten uit 35 landen.„Nederland, en met name de haven van Rotterdam, speelt een belangrijke rol op maritiem en logistiek gebied”, stelde burgemeester Opstelten van Rotterdam dinsdag bij de opening van de beurs dan ook tevreden vast. Absolute blikvanger op de beursvloer is de MaK-scheepsdieselmotor, een kolos van 21 ton.
De groei van de wereldhandel leidt tot een sterk toename van het vervoer van containers en grondstoffen. De Rotterdamse haven verwacht dit jaar voor het eerst in zijn bestaan meer dan 10 miljoen TEU’s (staandaardcontainers van 20 voet) te verwerken.
De goederenoverslag nam over de eerste negen maanden van 2007 toe met 6,2 procent tot 301 miljoen ton. Nooit eerder passeerde de haven van de Maasstad de grens van 300 miljoen ton zo vroeg in het jaar.
Maar de bouw van nieuwe patrouillevaartuigen, baggerschepen, sleepboten, zwaartransportschepen en binnenvaartschepen stelt de sector voor een luxeprobleem: er is tekort aan personeel.
Een voorbeeld. Het Belgische baggerbedrijf Jan de Nul bestelde onlangs negentien nieuwe schepen, waarvoor de komende tijd 1250 nieuwe personeelsleden nodig zijn. Het gaat om 850 opvarenden en 400 stafmedewerkers. Moeilijk te krijgen.
De Nederlandse concurrent Boskalis vist in dezelfde vijver en organiseerde voor potentiële kandidaten een zakentrip naar Bahrein. De baggermaatschappij zette daarmee zichzelf op de kaart als avontuurlijke internationale werkgever. Daarbij gaf de reis meteen een goed beeld van het soort werk dat Boskalis in de golfregio doet.
In de wereld van de superjachten bereikt het personeelstekort een dramatisch hoogtepunt. Terwijl jachtbouwers zijn volgeboekt en er bijna iedere dag nieuwe jachten worden gepresenteerd, is er alleen al dit jaar een tekort van 3000 bemanningsleden.
Een Britse opleiding -The Flagship Superyacht Academy- wil in samenwerking met de Britse marine zeevarenden opleiden voor het werk aan boord van de glanzende jachten. Ze krijgen onder andere les in navigatie, motortechniek, medische hulpverlening en veiligheid.
Beeldvorming doet veel, weet Arnout Damen, directeur van Navingo, de grootste online maritieme informatiebron in de Benelux. Hij ziet voldoende kansen om het imago van maritieme bedrijven te verbeteren. „Studenten associëren de scheepsbouw vaak met zwaar handwerk, terwijl dat niet altijd het geval is. Wie weet bijvoorbeeld dat al die luxueuze jachten die je in de haven van Monaco ziet liggen, vaak in Nederland zijn gebouwd?”
Ook scheepswerven kunnen volop mensen gebruiken. „We groeien hard”, stelt president-directeur Govert Hamers van IHC Holland Merwede, met werven in Sliedrecht en Kinderdijk. „We geloven er niet in om op grote schaal schepen in lagelonenlanden te gaan produceren.”
IHC Holland Merwede, het afgesplitste onderdeel van het voormalige IHC Caland, kondigde gisteren in Rotterdam aan zijn naam te wijzigen in IHC Merwede. De naamsverandering komt ruim twee jaar na de fusie tussen IHC Holland en Merwede Shipyard.
IHC Merwede wil zich volgens topman Hamers verder ontwikkelen als „technologisch vernieuwend” bedrijf. Het fusiebedrijf heeft zich ten doel gesteld marktleider te worden op het gebied van baggermaterieel en offshorevaartuigen.
IHC Holland was van oudsher een scheepsbouwer, die zich vooral richtte op de ontwikkeling en de bouw van baggermaterieel. Merwede Shipyard hield zich daarnaast bezig met de bouw van onder meer offshore-uitrustingen, cruiseschepen en marinevaartuigen.
De orderportefeuille van IHC Merwede bedraagt naar verwachting eind 2007 ongeveer 1,5 miljard euro. Bij het concern werken 2000 mensen. Door de ingebruikname onlangs van de helling in Krimpen aan den IJssel, bij het voormalige Van der Giessen-De Noord, groeide de scheepsbouwcapaciteit van het concern met 50 procent.