„Doorstroming Melkertbaan ver onder de maat”
De doorstroming in de gesubsidieerde banen is ver onder de maat. Deze zogeheten Melkertbanen worden vaak als semi-permanente oplossing voor de werkloosheid in het noorden gebruikt. In de toekomst dienen deze banen uitsluitend een tijdelijk karakter te krijgen als opstap naar reguliere banen.
Dat stelt de Groningse hoogleraar ruimtelijke economie dr. J. Oosterhaven in een advies aan de Sociaal Economische Adviesraad Noord-Nederland. Dat is een organisatie die de noordelijke provincies in het economisch beleid adviseert. De noordelijke provincies hebben onlangs laten weten bevreesd te zijn voor het verlies van Melkertbanen. Groningen, Friesland en Drenthe hebben met 13.000 relatief veel van dit soort banen.
Ook directeur F. Migchelbrink van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) vindt de huidige regeling voor Melkertbanen niet geschikt voor de verdere ontwikkeling van de noordelijke economie. „Er moet een einde komen aan de periode dat mensen in een Melkertbaan zitten. Het lijkt heel sociaal om mensen in te zetten in een Melkertbaan, maar als dat tot niets leidt, of zelfs tot ontslag van mensen met een betaalde baan die worden vervangen door mensen met een Melkertbaan, dan schiet je daar niets mee op”, aldus Migchelbrink. Volgens de NOM kunnen de Melkertbanen wel blijven, maar er moet meer doorstroming van mensen in die regeling komen.
De Groningse VVD-wethouder voor Economische Zaken K. Schuiling is voor behoud van de Melkertbanen in de huidige vorm. Volgens hem is een Melkertbaan voor een groot deel van de gebruikers het maximaal haalbare. „Als je een termijn stelt aan de duur van de regeling dan vallen veel deelnemers gewoon terug op de bijstand. Dan zijn we geen meter opgeschoten. Over vijf jaar komt er dan weer een plan om veel van die mensen conciërge te maken, en kunnen we weer opnieuw beginnen.”