Aanrijding door dode hoek overleefd
ERMELO - Op een kruising ziet een vrachtwagenchauffeur haar over het hoofd. Zwaargewond overleeft Marie Pul-Veenema uit Ermelo een aanrijding door de dode hoek. „Ik ben bewaard.”
Maandag 3 maart 2003. Halfnegen. Marie (21) pakt haar fiets uit de schuur en rijdt van Harderwijk naar Ermelo. Dagelijks ritueel. Een ritje van 20, 25 minuten. Het werk in het huishouden van een gezin in Ermelo wacht. Stoffen, zuigen, ramen lappen.Onverwachts gaat het mis. Een vrachtwagencombinatie slaat op een kruising van de Harderwijkerweg rechtsaf. De chauffeur ziet de fietser over het hoofd door slecht zicht vanuit zijn cabine. Marie botst tegen de zijkant van de truck en belandt schuin voor de achterwielen. Zwaargewond wordt ze naar het ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk overgebracht. In allerijl worden scans en foto’s gemaakt.
De toestand van het meisje verslechtert. „Ik reageerde steeds minder.” De doktoren besluiten haar met spoed over te brengen naar het academisch ziekenhuis in Utrecht. Net na de middag wordt Marie opgenomen op de intensive care.
De diagnose luidt: schedelbasisfractuur. Steeds meer lichaamsfuncties vallen uit. Artsen lichten haar schedel en verwijderen een bloedstolsel in de hersenen. „Zo’n stolsel knelt de hersenen af. Als ze niet snel ingrijpen, is het dodelijk”, vertelt Marie.
Vier dagen later, donderdagavond, komt ze weer bij. „Ik vroeg me af: wat doe ik hier?” Ze kan zich niets herinneren van de gebeurtenissen. „Ik was vanaf het moment van het ongeluk aanspreekbaar, ik reageerde ook, maar ik weet er helemaal niets meer van.” Drie weken verblijft de Ermelose in het ziekenhuis. Anderhalve week in Utrecht, anderhalve week in Harderwijk.
Na enkele maanden knapt ze langzaam op. Nog altijd heeft Marie last van hoofdpijn en geheugenverlies, terwijl ze zich soms maar moeilijk kan concentreren. „Het voelt heel gek dat ik niets meer van de aanrijding weet.” Omstanders vertellen haar later over de gebeurtenissen.
De vrachtwagenchauffeur uit Oldebroek neemt met zweet in zijn handen contact op. Eerst per brief, later per telefoon. Nog altijd heeft Marie goed contact met de 58-jarige, ervaren trucker. „Hij zegt: Ik heb het jou aangedaan. Dat is natuurlijk ook zo. Maar zo zie ik het niet.”
Marie heeft zich afgevraagd waarom ze niet heeft gezien toen hij doorreed. „Dan had ik toch kunnen stoppen? Ik ben nooit boos op de chauffeur geweest.” Na haar ziekenhuisopname heeft Marie een keer achter het stuur van de bewuste vrachtwagen gezeten. „Dan ervaar je zelf dat je in een dode hoek niet zichtbaar bent. Daardoor kan ik de gebeurtenissen beter van me afzetten.”
Door het ongeluk is Marie niet onzekerder geworden in het verkeer. „Op de plaats van het ongeluk kijk ik wel extra uit. Ik stap ook weer rustig op mijn fiets. Waarschijnlijk komt dat doordat ik het allemaal niet bewust heb meegemaakt.” Op de gevaarlijke kruising is inmiddels een rotonde aangelegd.
De dode hoek van vrachtwagens blijft onverminderd gevaarlijk. Het is volgens Marie goed om meer aandacht aan dit probleem te besteden. „Bijvoorbeeld met technische oplossingen.” Ze ziet ook wel wat in de suggestie van de Fietsersbond om vrachtwagens met ervaren gidsen door een drukke stad te loodsen. „Fietsers kunnen er zomaar tussendoor glippen. Ik woon natuurlijk in een dorp, daar speelt dat niet zo.”
Marie heeft meer ingrijpende gebeurtenissen in haar leven meegemaakt. Vier maanden na haar trouwen verongelukte haar man bij een bedrijfsongeval. Anderhalve maand later kreeg ze een miskraam. „Alles heeft zich binnen een jaar afgespeeld. Dat valt niet altijd mee. Iedereen krijgt zo zijn eigen pakje.”
De nu 25-jarige Ermelose vraagt zich wel eens af waarom de één zo veel te verwerken krijgt en een ander nagenoeg niets. „Het heeft zo moeten zijn. Ik mag nog niet klagen. Het leven gaat door, dat moet ook. Gelukkig kan ik er met mijn familie goed over praten. Dat scheelt.”
„Soms wil je er over praten, soms niet. Sommige dingen moet je alleen verwerken. Beslissingen moet ik alleen nemen. Door het overlijden van mijn man kan ik niet meer even met hem overleggen. Ik ben in al die jaren niet opstandig geweest. Je wordt daarin geholpen. Terugkijkend zie ik de bewarende hand van God. Het had ook zo anders kunnen aflopen.”