De Raad van Hoofdcommissarissen heeft alle politiekorpsen een brief geschreven waarin staat dat ze de wet consequent moeten handhaven. „Dat betekent dat verlichting die niet vastzit op de fiets, verleden tijd is", zei een woordvoerder van de raad dinsdag naar aanleiding van een bericht in een aantal ochtendkranten. „Voor moet wit licht zitten en achter rood".De boete voor ondeugdelijke verlichting bedraagt 20 euro. De politie krijgt wel de ruimte om eerst een waarschuwing te geven, bijvoorbeeld als een fietser weliswaar verlichting heeft, maar deze niet goed is bevestigd.

Sommige politiekorpsen namen tot nu toe genoegen met draagbare lampjes die duidelijk zichtbaar op kleding of tassen zitten. De hoofdcommissarissen willen daar vanaf en vragen alle korpsen dezelfde lijn te hanteren.

De politie Amsterdam–Amstelland behoort tot een van de regio’s waar lampjes, mits goed zichtbaar, op kleding en tassen door de vingers worden gezien. Volgens een woordvoerder blijft dat beleid in principe gehandhaafd, aangezien de politie het belangrijk vindt dat de fietsers überhaupt verlicht zijn.

„Maar het kan best zijn dat bij een gerichte controle iemand toch een boete krijgt als het lampje niet op de fiets zit. We staan natuurlijk niet boven de wet", aldus de zegsman. Hij noemt als voorbeeld agenten in opleiding die voor hun studie soms speciale acties moeten uitvoeren. „Als je dan gepakt wordt, kom je er niet onderuit".

De Fietsersbond reageerde dinsdag verbaasd op de voornemens van de Raad van Hoofdcommissarissen. „De bond begrijpt dat regels regels zijn, maar bij fietsverlichting gaat het toch vooral om zichtbaarheid en verkeersveiligheid. Daar zou ook de prioriteit van de politie moeten liggen", aldus een verklaring. De bond bepleit dan ook een verruiming van de regels door het ministerie van Verkeer en Waterstaat waarbij verlichting die niet op de fiets vastzit, is toegestaan.