Dure olie
Dat een vat ruwe olie nog eens 100 dollar zal kosten, hield niemand tot voor kort voor mogelijk. Toch gaat de olieprijs in sneltreinvaart in die richting. De grens van 93 dollar voor 159 liter olie werd gisteren op de termijnmarkt in New York voor het eerst doorbroken. Dat is een absoluut record sinds het begin van deze handel in 1983.
De volgende hobbel -die van 94 euro- werd gisteren ook al benaderd. De trend is onmiskenbaar opwaarts: vorig jaar deed een vat olie nog 55 euro, terwijl vier jaar geleden de helft van deze prijs al voor hoog doorging. Gecorrigeerd voor inflatie is de recente prijsstijging volgens deskundigen overigens minder fors dan het nu lijkt.Een hoge olieprijs werkt door op tal van terreinen in het economische leven. Olie vormt de grondstof voor veel maakindustrieën, olie als energiebron is voorlopig nog niet weg te denken.
Dat de prijs van -om iets te noemen- een liter brandstof aan de pomp nog niet helemaal de pan uitrijst, heeft alles te maken met de historisch lage stand van de Amerikaanse dollar. Olie wordt in dollars afgerekend. De pijn van een hogere prijs voor olie wordt maar beperkt gevoeld vanwege de gestage daling van de waarde van de Amerikaanse munt ten opzichte van de euro.
Vraag is waar de huidige recordstand van de olieprijs op is gebaseerd. Barre weersomstandigheden noodzaakten de Mexicanen de afgelopen dagen een deel van de productie stil te leggen. De aanhoudende onrust in Nigeria doet de markt ook geen goed. Plannen van Turkije om de Koerdische rebellen in het olierijke Irak aan te pakken en de harde taal vanuit de Verenigde Staten in de richting van Iran missen hun uitwerking op de olieprijs eveneens niet.
Met de winter in aantocht lijkt het aannemelijk dat de vraag naar olie verder toeneemt. De visie op de huidige olievoorraden lopen uiteen van ”aan de lage kant” (met name in de VS) tot ”op peil”. De laatste verklaring komt uit de hoek van de olieproducerende landen die zijn verenigd in het OPEC-kartel en van de kant van onder meer Shell.
Het Brits-Nederlandse olieconcern kwam vorige week met nog een verklaring op de proppen: niet alleen politieke spanningen drijven de prijs van olie op, maar ook speculanten. De snelle groei van economieën in China en India vormen daarnaast een permanente en steeds grotere olievraagfactor. Analisten gaan ervan uit dat de grens van 100 dollar per vat daarom nog dit jaar wordt overschreden.
Het is zorgelijk dat zelfs een aangekondigde actie van de OPEC om vanaf november de olieproductie met 500.000 vaten per dag op te voeren de markten niet lijkt te kalmeren. Steun van de kant van het Amerikaanse stelsel van centrale banken -de Fed- valt er ook niet te verwachten. De Fed zit op het spoor van renteverlaging, wat ervoor zorgt dat er meer geld beschikbaar komt. En dat geld drijft de prijs van olie alleen maar verder op.
Er lijkt voor Nederland ook een voordeel aan de hoge olieprijs te kleven. De Nederlandse Aardolie Maatschappij zegt kans te zien om met nieuwe technieken de oliewinning in het Drentse Schoonebeek te hervatten. Aanvragen voor vergunningen zijn al ingediend. Een flink gestegen olieprijs betekent rugwind voor die plannen.