Zelf beweert de 33-jarige Pitsjoesjkin binnen een periode van vijf jaar 60 mensen te hebben vermoord en bij nog eens drie mensen een poging te hebben ondernomen. Hij heeft verklaard van plan te zijn geweest in totaal 64 personen om het leven te brengen, net zo veel als er velden op een schaakbord zijn. De meeste moorden werden gepleegd in het Bittsapark in een zuidelijke wijk van Moskou.Pitsjoesjkin hoorde het vonnis aan vanachter de wand van een glazen kooi. Toen hem werd gevraagd of hij het vonnis had begrepen, antwoordde hij: „Ik ben niet doof.”

De aanklagers hadden de zwaarste straf geëist, hetgeen gezien het Russische moratorium op de doodstraf levenslange gevangenisstraf betekent. Pitsjoesjkin moet zijn straf uitzitten in een werkkamp en tevens een psychiatrische behandeling ondergaan voor wat door de rechter „een persoonlijkheidsstoornis welke tot uitdrukking komt in een sadistische neiging tot het plegen van moorden” genoemd werd. Volgens rechter Vladimir Oesov was Pitsjoesjkin zich evenwel terdege bewust van de misdadigheid van zijn activiteiten.

Pitsjoesjkin lokte zijn slachtoffers -veelal daklozen- mee naar het park door hen wodka te beloven als ze hem gezelschap zouden houden bij het rouwen om zijn overleden hond. De schaakbordmoordenaar doodde de meeste van zijn slachtoffers door ze in een open rioolput te gooien na ze eerst dronken te hebben gevoerd.

Pitsjoesjkin vermoordde zo alleen al in 2001 elf mensen, maar ging vanaf 2005 gruwelijker te werk. Zo sloeg hij een aantal slachtoffers met een hamer de schedel in, waarna hij een aangebroken fles wodka in hun verbrijzelde schedel stak. Hij deed vanaf dat moment ook niet langer zijn best om de lichamen te verbergen.

De schaakbordmoordenaar werd in juni 2006 opgepakt nadat hij een vrouw had vermoord die thuis een briefje had achtergelaten waarop stond dat ze met Pitsjoesjkin zou gaan wandelen. Pitsjoesjkin zei tijdens zijn proces van het briefje te hebben geweten, maar de vrouw desalniettemin bewust te hebben vermoord en dus het enorme risico van ontdekt te worden op de koop toe te hebben genomen. De politie moet zichzelf dus niet op de borst kloppen naar aanleiding van zijn arrestatie, zo betoogde Pitsjoesjkin. „Ik ben een professional.”

Pitsjoeskin heeft tijdens het proces geen enkele blijk van spijt gegeven. „De begrippen goed en kwaad zijn maar betrekkelijk”, zo betoogde hij.