Nieuw lichtpuntje voor Haagse verpleegkundige
DEN HAAG (ANP) – De heropening van de zaak–Lucia de B. is een stap dichterbij gekomen met het advies van de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) dat maandag openbaar werd.
De commissie adviseert het openbaar ministerie (OM) de Hoge Raad te vragen om herziening van de zaak, omdat er verschil van wetenschappelijke inzichten is over de vergiftiging van een baby. Dit kind wordt gezien als een van de zeven vermoorde slachtoffers van De B.Het verschil van inzicht is voor de CEAS het enige punt dat aanleiding geeft tot herziening, maar de commissie is op diverse punten kritisch over de werkwijze van politie en justitie.
Tijdens het proces is te weinig aandacht besteed aan de verschillende opvattingen van deskundigen in dit specifieke geval, aldus de CEAS. Een van de medici stelde dat de hoeveelheid digoxine die in het bloed van de baby is gevonden, dodelijk was. Een ander betwijfelde dat. Een vooraanstaande arts uit Canada zei tegen de onderzoekscommissie het schokkend te vinden dat de digoxinemeting van na het overlijden als bewijs van vergiftiging is geïnterpreteerd.
De onverklaarde dood van de baby begin september 2001 bracht de zaak aan het rollen. Justitie en rechters zagen deze zaak als degene met het meeste bewijs, waardoor tenlastegelegde gevallen met minder sterk bewijs De B. ook aangerekend konden worden.
Een andere conclusie van de commissie is dat politie en justitie te beperkt onderzoek hebben gedaan naar de in totaal tien verdachte sterfgevallen in het Juliana Kinderziekenhuis en drie andere Haagse ziekenhuizen waar De B. had gewerkt. Het driemanschap dat Lucia’s zaak bekeek, vindt dat te snel verdachtegericht is gezocht en dat er te weinig oog was voor alternatieve scenario’s.
Met het CEAS–advies in de hand heeft De B. maandag het ministerie van Justitie gevraagd om strafonderbreking. Staatssecretaris Nebahat Albayrak komt zo snel mogelijk met een reactie daarop. Lucia’s advocaat Stijn Franken: „Ze zit vast door prutswerk en ze moet vrijkomen". Ook het feit dat ze aan de rechterkant van haar lichaam verlamd is als gevolg van een hersenbloeding, moet reden zijn om haar (tijdelijk) vrij te laten, vindt Franken.
Voorzitter Harm Brouwer van het college van procureurs–generaal zei dat De B. in principe automatisch vrijkomt als de Hoge Raad de zaak inderdaad herziet, tenzij de raad aangeeft dat ze vast moet blijven zitten. Een opdracht van de minister, waarom De B. nu heeft gevraagd, is een andere manier om tot onderbreking van de straf te komen.
Het OM heeft de procureur–generaal (PG) bij de Hoge Raad gevraagd zich over het rapport te buigen. De PG bij de Hoge Raad maakt geen deel uit van het College van procureurs–generaal, dat het OM leidt. Ook staat deze PG los van de rest van het OM. PG J. Fokkens brengt advies uit aan het hoogste rechtscollege, dat zich vervolgens een oordeel vormt. Hij verwacht enkele weken nodig te hebben voor hij zijn advies uitbrengt.