De twee vertegenwoordigers van de Vrije Molukse Jongeren (VMJ) werden in september 2000 opgepakt, nadat ze in de media harde acties hadden aangekondigd, waarbij slachtoffers zouden vallen. Makatita en Patty wilden op deze manier de regering dwingen zich in te zetten voor de komst van een interventiemacht op de Molukken.

Volgens het hof heeft Makatita achteraf gezegd dat hij het eens was met de bedreigingen, die Patty had geuit. Omdat hij dit achteraf heeft gezegd, kan dit volgens de raadsheren niet worden uitgelegd als het medeplegen van de bedreigingen. Dit had het openbaar ministerie wel ten laste gelegd. Daarom is Makatita van deze aanklacht vrijgesproken.

De twee jonge Molukkers werden aanvankelijk onder meer verdacht van het bedreigen van de hele ministerraad, opruiing en deelname aan een criminele organisatie. Die aanklachten verdwenen toen de zaak bij de politierechter werd behandeld. Het OM vervolgde de twee wel voor het met de dood bedreigen van toenmalig premier Kok en minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken. Na de dreigementen kregen deze bewindslieden extra beveiliging.

De advocaat van Makatita, Th. Hiddema, gaat over twee weken een claim van 300.000 euro schadevergoeding indienen. „Mijn cliënt is zeker in het begin heel zwaar beschuldigd”, motiveert de raadsman. „Die zware beschuldigingen hebben hem destijds zijn baan gekost. Ook is zijn naam flink beschadigd. Uiteindelijk is gebleken dat er van die zware beschuldigingen niets is overgebleven.”