Slowakije kiest: voor of tegen Europa
„Als iemand in zijn ziel een slaaf is, zal hij nooit vrij kunnen zijn, ook al vallen de ketenen van hem af.” Dat stelde Vladimir Mecair, ex-premier van Slowakije, in een interview dat hij eens een Slowaakse krant gaf. Of Slowakije inderdaad een slaaf is van zijn verleden, zal vandaag blijken, wanneer alle stemgerechtigde Slowaken voor de derde maal in de korte geschiedenis van het land een parlement kiezen.
De republiek Slowakije bestaat officieel nog maar negen jaar. In 1993 werd de federatie Tsjechoslowakije opgesplitst in twee onafhankelijke republieken: Slowakije en Tsjechië. Vladimir Mecair, die premier was toen het land definitief los kwam te staan van Tsjechië, wordt sindsdien door veel Slowaken als vader des vaderlands gezien. In de tijd dat de Slowaken zich los probeerden te worstelen van hun communistische verleden en zich moesten aanpassen aan de nieuwe wereldorde die zich na de val van het communisme aandiende, sprak Mecair begrijpelijke en aansprekende taal. Hierdoor werd hij op handen gedragen door 80 procent van de bevolking.
Slowakije en Tsjechië groeiden snel uit elkaar. Onder Mecairs leiding nam het land niet de weg richting Europa, terwijl Tsjechië dat wel deed. Slowakije kwam terecht in een isolement. Mecair hield de politiek en de economie in een ijzeren greep, gaf de geheime politie een belangrijke positie binnen het land, onderdrukte minderheden, ondernam weinig of geen actie tegen corruptie en deed niet veel moeite om de economie te privatiseren.
Bij de verkiezingen in 1998 kwam de partij van Mecair, de HZDS (Beweging voor een Democratisch Slowakije), opnieuw als grootste uit de bus. De politieke tegenstanders van Mecair wisten echter 60 procent van de stemmen voor zich te winnen en geen van hen was bereid een coalitie te vormen met de HZDS. Het tijdperk Mecair was, in ieder geval voorlopig, voorbij.
Sinds 1998 is Slowakije bezig met een inhaalslag. De coalitie, die bestaat uit christen-democraten, sociaal-democraten, sociaal-liberalen, liberalen en vertegenwoordigers van de Hongaarse minderheid, heeft onder leiding van premier Mikulas Dzurinda veel van Mecairs repressieve maatregelen weer teruggedraaid. De grondwet is in datzelfde jaar gewijzigd, om ervoor te zorgen dat de president rechtstreeks gekozen kan worden voor een termijn van vijf jaar. Sinds mei 1999 is dat Rudolf Schuster. Ook heeft de regering de door de EU geëiste wet op het gebruik van minderheidstalen door het parlement geloodst, waardoor vooral de positie van minderheden verbeterde.
De regering-Dzurima heeft hiermee duidelijk koersgezet richting de Europese Unie en richting NAVO. De regering lijkt de zogenaamde Kopenhagen-criteria die zijn gesteld voor toetreding van kandidaat-leden tot de EU één voor één af te werken. De steun voor deze westerse koers is groot onder de Slowaakse bevolking. De plannen van de regering richting Europa worden door 62 procent van de Slowaken gesteund. Dat is een hoog percentage voor een kandidaat-lidstaat. Vooral onder de jonge Slowaken is de steun voor een EU-lidmaatschap groot.
De regering-Dzurinda heeft een prijs moeten betalen voor de geboekte vooruitgang. Niet alleen leidde de soms rigoureuze maatregelen van de regering tot spanningen tussen regeringspartijen en de oppositie, ook raakten de regeringspartijen onderling verdeeld. Twee van de vijf coalitiepartijen kregen te maken met afsplitsingen en het aantal ministers dat vroegtijdig opstapte is niet op één hand te tellen.
Hoewel Dzurinda internationaal veel aanzien heeft verworven, heeft de publieke opinie in eigen land zich inmiddels tegen de huidige regering gekeerd. Het volk is de interne strijd, persoonlijke politieke afrekeningen en de diverse politieke schandalen meer dan zat. Daarnaast wordt de coalitie afgerekend op de gevolgen van economische hervormingen. De prijzen zijn gestegen, de werkloosheid is hoog en het onderwijs en de gezondheidszorg kampen met ernstige geldproblemen. Verder zijn veel Slowaken teleurgesteld in de geringe mate waarin de regering corruptie heeft bestreden en foute politici uit de tijd van Mecair heeft gestraft.
De kans op een tweede regering-Dzurinda is vrijwel nihil. De verkiezingen zullen nu bepalen of Slowakije de weg richting Europa aanhoudt of niet. Een van de partijen die aandringt op lidmaatschap van de EU is de Smer van Robert Fico. Volgens opiniepeilingen heeft de partij van de 38-jarige Fico grote kans de meeste stemmen naar zich toe te trekken. Als Mecair echter weer aan het roer komt, is de kans op EU-lidmaatschap voorlopig bekeken. Zijn ondemocratische eigenschappen vormen geen aanbeveling voor lidmaatschap van de EU of van de NAVO. Volgens de peilingen doet Mecairs HZDS het desondanks goed. De partij heeft veel steun onder oudere Slowaken.
De Europese Unie maakt zich zorgen over de eventuele terugkeer van Mecair. Mecair echter zegt niet van plan te zijn zelf een politieke functie te gaan bekleden. In een interview met een Slowaakse krant verklaarde hij geen plaats in de nieuwe regering te ambiëren. „Maak je geen zorgen. Iedereen heeft het er steeds over wat er zal gebeuren wanneer ik weer in de regering terechtkom. Maar ik heb nooit gezegd dat ik dat van plan ben.” Door zelf niet mee te dingen, vergroot Mecair de kans dat zijn partij straks kan gaan regeren.