Dat zei financieel directeur Peter Voser van Shell donderdag in een toelichting op de derdekwartaalcijfers.„De prijzen lijken te worden opgedreven door speculatie”, aldus Voser. Hij voegde daaraan toe dat er „een politieke premie” zit in de olieprijs. De bestuurder van Shell steunt hiermee de visie van de OPEC dat er geen problemen aan de aanbodzijde zijn.

„De huidige prijzen zijn moeilijk te verklaren, omdat aan het eind van de dag niemand in de rij staat te wachten voor brandstof”, aldus Voser. De huidige olievoorraden zijn volgens hem voldoende gevuld.

Voser wees er verder op dat „de huidige zwakke Amerikaanse dollar de consument in Europa beschermt tegen te hoge prijzen.” De stijgende olieprijzen vertalen zich daardoor vooralsnog niet in hogere prijzen aan de pomp.

De prijs van olie kwam vandaag vlak na de opening van de Europese beurzen voor het eerst uit boven de 92 dollar per vat (159 liter). Tijdens de handelsdag in Azië brak een vat olie al de recordprijs van 91 dollar. De prijs voor een vat Brentolie (Noordzeeolie) bereikte donderdag een record van 86,28 dollar (60,76 euro).

De dure olie is onder meer het gevolg van spanningen tussen Turkije en Irak, veroorzaakt door de activiteiten van Koerdische rebellen. Daarnaast bestaat de angst dat ook de levering van olie uit Iran onder druk komt te staan. De Verenigde Staten legden deze week nieuwe sancties aan het land op.

Ook de steeds goedkoper wordende dollar is van invloed op de prijs, omdat olie in dollars wordt betaald. Olie wordt nu voor sommige landen goedkoop, waardoor de vraag en de prijs stijgt.

De de Organisatie van Olie Exporterende Landen (OPEC) komt volgende maand bijeen in Wenen. Onder meer OPEC-landen Venezuela en Algerije hebben al laten weten dat de organisatie niet van plan is de productie opnieuw te verhogen. De huidige prijsstijgingen zijn volgens de landen niet het gevolg van een tekort aan olie op de markt. Een eerder afgesproken productieverhoging met een half miljoen vaten per dag gaat per 1 november in.