NAVO actiever tegen ‘digitale oorlog’
NOORDWIJK - De NAVO-lidstaten zijn het er over eens dat het bondgenootschap actie moet ondernemen tegen mogelijke aanvallen op essentiële computernetwerken (de zogenaamde cyberoorlog). Ook Nederland zal hierin actief worden.
Dat bleek donderdag tijdens de bijeenkomst van NAVO-ministers van Defensie in Noordwijk. „Ik weet zeker dat er in Nederland voldoende expertise is om van nut te zijn in de verdediging tegen cyberaanvallen. Maar het is nu nog in een fase dat ik over de inbreng van Nederland nog geen concrete uitspraken kan doen”, aldus defensieminister Van Middelkoop donderdag.Op dit moment onderzoekt de NAVO welke rol hij kan spelen in de verdediging tegen cyberaanvallen, aldus NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer. „We zijn hier in Noordwijk tot een aantal maatregelen gekomen. Daar zullen we in de lente op onze top in Boekarest verder met elkaar over spreken.”
De plannen staan nog in de kinderschoenen. Wel is duidelijk dat de verdediging van computernetwerken alleen kans van slagen heeft in internationaal verband.
Ook de Europese Unie is actief in digitale verdediging. De NAVO waakt ervoor het werk van de EU te kopiëren. „We zijn niet van plan onze bronnen te verspillen”, liet een woordvoerder van het bondgenootschap weten. De EU heeft sinds maart 2004 een beveiligingsbureau voor communicatie (ENISA) opgericht. Het doel van de organisatie is de veiligheid van netwerken binnen de lidstaten te waarborgen.
De NAVO meent zijn kracht in de cyberoorlog met onder meer de EU te kunnen bundelen. „Militairen krijgen dagelijks te maken met ict-beveiliging. Daardoor beschikken zij over bruikbare kennis”, aldus een NAVO-woordvoerder. Het waren onder meer deze deskundigen die Estland in mei en juni hielpen bij het herstellen van het Estse internet, na een cyberaanval vanuit Rusland.