Paus Johannes Paulus II valt van zijn voetstuk
UTRECHT - Een paus die weinig te betekenen had voor de val van het communisme. Een autoritair kerkleider die niet kon luisteren naar dissidenten en seksueel misbruik liefst achter gesloten deuren behandelde. Een dikke pil van onderzoeksjournalist David Yallop haalt het mooie beeld van een oecumenische paus Johannes Paulus omver.
Johannes Paulus II (1920-2005) staat op het punt om heilig verklaard te worden. En dan verschijnt een lijvig boek waarin onthutsende feiten over hem staan opgetekend. Wat nu?David Yallop is onderzoeksjournalist. Zijn boek ”Gods wil of de maffia”, over de mysterieuze dood van paus Johannes Paulus I in 1978 (na amper een maand paus te zijn geweest), deed in de jaren tachtig wereldwijd veel stof opwaaien. Hij zou vermoord zijn vanwege kritiek op de corruptie bij de Vaticaanse Bank. Het Vaticaan noemde die verhalen „verzonnen en absurd.” Het boek werd intussen wereldwijd 6 miljoen keer verkocht.
Yallop schreef opnieuw een boek: ”De kracht en de heerlijkheid” (uitg. Spectrum, Utrecht), met de veelzeggende ondertitel ”De duistere zijde van het Vaticaan onder Johannes Paulus II”. Het boek geeft een onthutsend beeld over de minder mooie kanten van Johannes Paulus II. „Als het gaat om een zaligverklaring, is het van het grootste belang dat er zorgvuldig onderzoek wordt gedaan naar elk aspect van het leven van Karel Wojtyla.”
Mediapaus
Vanaf het moment dat Karel Wojtyla in 1978 tot paus werd gekozen, vervulde hij een belangrijke rol op het wereldtoneel. Johannes Paulus II was de eerste echte „mediapaus.” Hij reisde de hele wereld over om zijn boodschap aan miljoenen over te brengen. Hij zou een grote rol gespeeld hebben bij de val van de Sovjet-Unie, met name van het regime in zijn geboorteland Polen.
Yallop onderzocht de archieven van de CIA, van de KGB en van het Vaticaan, en stelt vervolgens een aantal netelige kwesties aan de orde. Volgens Yallop geeft het inlichtingendossier over Wojtyla op geen enkel moment de indruk dat hij in het grote geheel van de Poolse politiek meer betekende dan de „uitdeler van een enkele speldenprik.” Ook is zijn rol naast president Reagan in de val van het communisme minder spectaculair dan altijd werd gedacht. De paus zou, volgens Yallop, zelf trouwens ook nooit beweerd hebben het Europese communisme ten val te hebben gebracht. Integendeel, hij stelde zelfs enkele malen dat hij geloofde dat het communisme onverwoestbaar was.
De paus stal wel de (media)show met kritische toespraken tijdens bezoeken aan dictatoriale regimes in Zuid- en Midden-Amerika (Cuba, Chili), maar liet mensen in problemen aan hun lot over. Hij hield de mythe in stand van een „enorme stijging van het aantal gelovigen,” maar ondertussen liep de kerk leeg en herkenden steeds minder mensen zich in de officiële standpunten van het Vaticaan.
Seksueel misbruik
Yallop onthult langdurige witwaspraktijken door financieel mismanagement. Ook gaat hij in op het onvermogen van de paus om de problematiek van seksueel misbruik door geestelijken aan te pakken.
Het is een van de schokkendste hoofdstukken. In tientallen bladzijden worden de gruwelijkheden van seksueel misbruik beschreven. Zijn politiek van het toedekken van het probleem stelt de paus medeschuldig, vindt Yallop. „Paus Johannes Paulus II geloofde dat de kerk altijd haar problemen moest oplossen in een ”speciale ruimte”, achter gesloten deuren.”
Dat heeft er volgens hem toe geleid dat het seksueel misbruik ongehinderd vele jaren kon doorgaan.
Yallop stelt dat de paus geen ruimte heeft gegeven aan vernieuwingen en er alles aan deed om de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk te handhaven. Hij legde progressieve theologen het zwijgen op, sloot vooruitstrevende seminaries en censureerde kerkelijke teksten. Onder zijn pausschap kwam Opus Dei tot grote bloei.
Yallop stelt het zogenaamde open en vredelievende beeld van de paus fors bij. „Wojtyla had vrijwel zijn hele leven onder een totalitair regime geleefd. Hij maakte duidelijk dat hij van plan was een dergelijk systeem te handhaven, met zichzelf als autocraat. Collegialiteit zou na het Tweede Vaticaans Concilie een illusie blijven. Wojtyla, die zich op de borst klopte omdat hij vele talen kon spreken, kon in geen van die talen luisteren.”
Yallop laat duidelijk weten waar hij zelf staat. Zo moet hij niets hebben van het standpunt van het Vaticaan ten aanzien van abortus, de onschendbaarheid van het leven, homoseksualiteit of de poging om het christendom in de Europese grondwet opgenomen te krijgen.
Zijn kritiek treft nu en dan ook de Bijbels-reformatorische boodschap. Dat neemt niet weg dat hij terecht een boekje opendoet over het hiërarchische machtsdenken van Rome.
Gaat er een nieuwe wind waaien in Rome? Yallop: „De naam op het briefpapier is misschien veranderd, maar de bedrijfsvoering is dezelfde.”