Dat het minderheidscollege eind vorige week een brief stuurde naar de provincie Zuid-Holland om te onderhandelen over de aanleg van de RijnGouwelijn was voor de oppositie in de gemeenteraad de druppel. Die brief had nooit verstuurd mogen worden, volgens de meerderheid van de raad.De RijnGouwelijn is een lightrailproject dat in de toekomst van Gouda tot de kust moet lopen, dwars door de historische binnenstad van Leiden. Tijdens een referendum in maart bleek 70 procent van de Leidse bevolking hier tegen te zijn. Het college beloofde de uitslag over te nemen en verzette zich tegen een route door het hart van Leiden.

De provincie dreigt nu met gebruik van haar doorzettingsmacht alsnog deze lijn aan te leggen. Zij stelde de gemeente vorige maand een ultimatum tot 17 oktober om met een alternatief te komen voor de lightrailverbinding. Eind vorige week stuurde het Leidse college de gewraakte brief waarin het aangaf bereid te zijn het gesprek hierover te openen.

De oppositiepartijen in de raad wilden eigenlijk een motie van wantrouwen indienen. Maar na een lange en spannende vergadering wist burgemeester Lenferink hen gisteravond over te halen dat niet te doen. De resterende wethouders dreigden direct op te stappen als die zou worden aangenomen. Nu er alleen een motie van afkeuring is ingediend, blijven ze aan totdat er een nieuwe coalitie is.

Tot die tijd worden er geen controversiële besluiten genomen. Dat betekent ook dat er niet mag worden onderhandeld met de provincie over de komst van de RijnGouwelijn.

Er is besloten dat er een onafhankelijk (in)formateur gezocht wordt die de coalitieonderhandelingen gaat leiden. De PvdA, als grootste partij, heeft de afgelopen week moeite gedaan om CDA of VVD bij de overgebleven coalitiepartijen te krijgen. Geen van beide partijen wil, zodat er geen nieuwe meerderheid gevonden kan worden. De benoeming van een informateur onderstreept het wantrouwen van de oppositie in de PvdA. Nu beginnen de onderhandelingen weer bij nul.

De Provinciale Staten kwamen woensdag bijeen om het definitieve ontwerp van het oostelijk deel van de RijnGouwelijn goed te keuren. Ook kwam het voornemen van Gedeputeerde Staten om de zogeheten doorzettingsmacht in te zetten aan bod.