Sociale betrokkenheid snijdt hout
OOTMARSUM - Er moest „heel wat water door de Dinkel stromen”, zegt Wilfried Gortemaker, voor zijn meubelbedrijf er stond. Na een jaar draaide hij met zijn doorstart van de houtbewerkingsafdeling van een sociale werkplaats een 50 procent hogere omzet. Het geheim? Sociale betrokkenheid en nuchter ondernemerschap. „Er moet wel gewerkt worden.”
Ruw geschaafd schuiven stapels voornamelijk eikenhouten planken de 60 bij 45 meter grote loods van WG Meubelen (WGM) binnen. Verwerkt tot bakfietsbak, leunstoel of Zweedse tobbe komen ze er weer uit. In de tussentijd zaagden, schaafden, lijmden en schuurden de dertig medewerkers van het bedrijf van Gortemaker dat het een lust is. Of ze lieten het machines doen, de volautomatische CNC-frees bijvoorbeeld.Voor Gortemaker (38) als zelfstandig ondernemer aan de slag ging, werkte hij jarenlang bij sociale werkvoorziening Top Craft in Oldenzaal. Vijf jaar als werkplaatschef, vijf jaar als werkvoorbereider en calculator. Toen de afdeling na jaren verlies draaien bedreigd werd met de ondergang, besloot de meubelmaker het zelfstandig te proberen. In een halfjaar tijd stampte hij een loods uit de grond en op 1 januari 2005 draaiden de machines officieel.
Fors lagere overheadkosten en een efficiëntere werkwijze (een kleiner pand, minder voorraad, een zelf uitgedachte, strakke productieroute) zouden zijn zelfstandige doorstart wél winst op moeten leveren, meende de ondernemer. Dat lukte. Na het eerste jaar draaide hij met tien man minder 50 procent meer omzet. „Dit jaar komt daar nog eens 30 procent bij.”
Bij het bedrijf van Gortemaker in het Twentse Ootmarsum werken voor het overgrote deel gedetacheerden van Top Craft en Soweco uit Almelo, mensen met een fysieke of geestelijke beperking. „We werken met deze bedrijven prima samen.” Voor zijn medewerkers betaalt de ondernemer een detacheringstarief per persoon per uur, vakanties en ziekte hoeft hij niet door te betalen. „Dat drukt de kosten behoorlijk.”
Het meubelbedrijf richt zich met seriematige productie vooral op toeleverantie aan meubelfabrieken. Voor drie fabrieken maakt het bedrijf kasten, voor twee andere (onderdelen van) seniorenfauteuils. Daarnaast levert WG Meubelen de houten bakken voor de bekende bakfietsen van bakfiets.nl.
Onlangs startte Gortemaker met een nieuw eigen product: de Ayak hottub, een taps toelopende, houtgestookte warmwatertobbe van lariks- of red cederhout. „Daar willen we flink op gaan inzetten, eerst in Nederland, daarna in Duitsland.”
Voor Gortemaker -meubelmaker in hart en nieren- krijgt zijn vak door het werken met mensen met een handicap een extra dimensie. „Het moet je liggen, maar ik heb er ongelofelijk veel plezier in. Ze zijn heel direct, ongecompliceerd in hun reacties. Dat vind ik mooi.”
Enige aanpassing in de werkwijze is wel noodzakelijk. Zo schept Gortemaker extra ruimte voor persoonlijke aandacht. „Ik heb drie mensen in dienst die permanent bezig zijn met het begeleiden van medewerkers.” Daarnaast werkt WGM met extra uitgebreide werkbeschrijvingen. Van elk te fabriceren onderdeel wordt een AutoCAD-tekening gemaakt, tot en met de kleinste details. „Dus niet alleen van het keukenkastdeurtje, maar ook van stijlen en knoppen; met overal een maatvoering bij.”
Bepaalde zaken in de werksfeer mogen anders georganiseerd zijn dan in een ’normaal’ bedrijf, veel is hetzelfde, benadrukt Gortemaker. „We zijn een vrij bedrijf; moeten onze eigen broek ophouden. De overheid vult niets aan.” Dat heeft een positief effect op het arbeidsethos van zijn medewerkers. „Het zelfstandig maken van hoogwaardige producten geeft voldoening. En mensen krijgen hier geen etiket opgeplakt.”
Gortemaker noemt zichzelf sociaal bewogen, maar houdt daarbij van een nuchtere aanpak. „Sociaal zijn is leuk, maar er moet vooral gewerkt worden. Mensen met een SW-status zijn geen beschermde diersoort. Het is hier geen luilekkerland.”
Luilekkerland is het nergens, en in de meubelbranche, met concurrentie uit het Oostblok en China, al helemaal niet. Ook het feit dat zijn bedrijf jong is en nog geen buffer heeft opgebouwd, is een nadeel, vindt Gortemaker. „Het zou mooi zijn als we meer financiële armslag hadden.” Hij geeft zijn onderneming een proeftijd van vijf jaar. „Binnen die tijd moet je kunnen inschatten wat wel en wat niet haalbaar is. Als er geen progressie is, moet je de stap durven nemen en gewoon stoppen.” WGM zit nu op de helft. „De vooruitzichten zijn niet verkeerd. Maar we zitten nog midden op de woelige baren.”