Opiumteelt Afghanistan vraagt brede aanpak
De papaverteelt blijft populair in Afghanistan. Pjotr Gontsjarov pleit voor sterke economische prikkels voor de verbouwers ervan en voor bestrijding van de smokkel van een hulpstof die nodig is om van opium heroïne te maken.
Het publiek associeert het huidige Afghanistan met drugs en de taliban. De taliban vormen een binnenlands probleem terwijl drugs een grensoverschrijdend probleem is. Bovendien moet worden opgemerkt dat het verkeerd is het drugsprobleem te herleiden tot de taliban alleen.Het VN-bureau voor Beperking van Verdovende Middelen en Misdaadpreventie (UNODC) voorspelt een toename van de opiumproductie van 35 procent in dit jaar, waarbij de papaveroogst een adembenemende hoogte van 8200 ton omvat.
Wat betreft de extra aanplantingen: het publiek verwijt de Afghaanse regering en de grote boze Uncle Sam dat die de Afghaanse drugshandel niet zouden willen bestrijden. Dat is niet terecht.
De steeds grotere oogst vraagt om een proportionele toename van de capaciteit om opium te verwerken tot heroïne, en om transportfaciliteiten - iets wat Afghanistan zich niet kan permitteren zonder een aanzienlijke instroom van geld.
Het Afghaanse drugsverkeer heeft ook nog andere kenmerken. Het fabriceren van heroïne vraagt om een precursor -azijn-anhydride- in hoeveelheden die de opium met het vier- tot zesvoudige overtreffen. 50.000 ton azijn-anhydride is nodig om de verwachte 8200 ton ruwe opium te verwerken. Azijn-anhydride wordt niet in Afghanistan geproduceerd en moet worden binnengesmokkeld. De benodigde hoeveelheid moet worden vervoerd door treinen met elk 80 tot 90 tanks van 60 ton of 50 miljoen éénlitervaten. Vanwege de veiligheidsgordels rond Afghanistan kan de smokkel van 50.000 ton azijn-anhydride niet onopgemerkt blijven. Zou het niet verstandiger zijn om het binnensmokkelen van de precursor te bestrijden in plaats van de smokkel van heroïne?
VN-experts hebben een eenvoudige methode om de totale oogst te schatten. Ze vermenigvuldigen het met papaver ingezaaide gebied -zoals blijkt uit satellietfoto’s- met 40 kilo. Maar het overzicht vanuit de ruimte biedt slechts een panorama. Het geeft geen inzicht in de dichtheid van de beplanting. Daarnaast hebben slechts drie Afghaanse provincies -Gilment, Kandahar en Nangarhar- dergelijke gemiddelde oogsten. De andere 29 scoren beneden de 30 kilo per hectare.
Papaver wordt in 30 van de 32 Afghaanse provincies gezaaid. Dat is te veel voor de taliban om aan te kunnen. De geografie toont dat aan. De papaverbusiness is een zaak van iedereen: van de taliban, van de krijgsheren die zich tegen hen verzetten, van de plantagebezitters, van overheidsdienaren die een oog dichtknijpen ten aanzien van de krijgsheren en van vele anderen. In feite zijn de taliban slechts voor een klein deel verantwoordelijk voor de geproduceerde drugs.
De winst uit opiumpapavers overtreft die uit katoen met een factor veertig. Volgens de laatste cijfers voedt de papaver 3,3 miljoen boeren. Het aantal moet in werkelijkheid nog groter zijn, vooral omdat het gebied dat wordt ingezaaid snel toeneemt.
Ongemoeid
Dwang werkt niet. Meer dan 50 procent van de operaties van de Afghaanse nationale strijdkrachten laat de papaveraanplantingen ongemoeid, aldus UNODC-schattingen. Als de International Security Assistance Forces (ISAF) gaat meedoen, dan jagen ze de boeren tegen zich in het harnas. De huidige positie van de Amerikanen laat niet toe dat hun soldaten daarbij betrokken raken.
Boeren moeten alternatieve gewassen aangeboden krijgen die even lucratief zijn als de papaver. Dit schijnt de meest redelijke uitweg te zijn - maar de vele pogingen tot nu toe hebben geen resultaat opgeleverd. Hoe dan ook, grotere dwang moet gepaard gaan met economische prikkels. Afghanistan kan deze enorme taak niet alleen aan.
De auteur is een Russische expert op het gebied van politieke en militaire problemen van Afghanistan, Iran en Centraal-Azië en voormalig lid van de staf van de Sovjet Militaire Hoofdadviseur bij het Afghaanse ministerie van Defensie. Hij verbleef veertien jaar in Afghanistan en keerde recent terug van een reis naar Kabul.