Hoopvol ondanks armoede in Malawi
VEENENDAAL - Een vriendelijke lach, twinkelende ogen. Ds. Nedson Banda lijkt niet ontmoedigd door de vele moeiten in het straatarme Malawi. Maar de emoties worden hem wel eens de baas. „Soms kun je alleen maar huilen als je de erbarmelijke omstandigheden ziet in plattelandsgebieden. Mensen zijn vaak te zeer bezet door lijden en honger om de Goede Boodschap tot zich te nemen.”
Ds. Banda spreekt zaterdag op de zendingsdag van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) in Amersfoort. Samen met ds. R. J. Oomen, die recent door de HHK naar Malawi is uitgezonden, is ds. Banda betrokken bij het werk van de Reformed Presbyterian Church of Malawi (RPC).Ds. Banda studeerde aan het African Bible College in Lilongwe en werkte vijf jaar voor Stephanos als ”villagefather”. Hij volgde in Edinburgh de theologische opleiding van de Free Presbyterian Church in Schotland, werkte daarna een tijd in Kenia en Zimbabwe. In 2005 werd hij bevestigd als predikant binnen de RPC.
De RPC is een jonge kerk, die in 1985 ontstaan is in Malawi. Op zoek naar de gereformeerde leer kwam zij in contact met de Free Presbyterian Church of Zimbabwe, die weer Schotse wortels heeft. De RPC groeide in de laatste vijf jaar uit van 85 naar 160 gemeenten. Ds. Oomen, ds. Banda en vier evangelisten geven leiding aan de kerk, die in totaal 16.000 leden telt.
Er is genoeg werk te doen, zegt ds. Banda. „Ik ben vaak op reis. Naast het preken, ben ik betrokken bij het lesgeven aan evangelisten en het geestelijk werk op Stephanos Children’s Home.” Hij kijkt uit naar de tijd dat de huidige vijftien theologische studenten in het ambt zullen worden bevestigd. „Snel zal het niet gaan, want zonder duidelijke worteling in de gezonde leer zal een overhaaste stap de kerk eerder verwoesten.”
Veel weg, dat betekent weinig thuis zijn, bij zijn vrouw en zes kinderen. Zijn gezin brengt daarom de nodige offers. Ds. Banda vertelt hoe het eens regende dat het goot. „Ik wilde eigenlijk niet uitgaan om te preken. Mijn vrouw zei: Je moet gaan! Ik kwam toen bij een groep van zestig mensen die op mijn komst wachtten. Zij zouden weg zijn gegaan als ik niet was gekomen. Ik heb nog nooit met zo veel overgave het Evangelie kunnen prediken.”
Laag niveau
De kennis van veel gemeenteleden is bijzonder gering. Bijna 70 procent van de gemeenteleden van de RPC is analfabeet, landelijk ligt dat lager. „Deze mensen kunnen hun eigen Bijbel in het Chichewa niet lezen, laat staan de belijdenisgeschriften, zoals de Heidelbergse Catechismus en de Westminster Kleine Catechismus. Er is wel veel goede lectuur beschikbaar in het Engels, de officiële taal naast het Chichewa, maar de meesten kennen alleen de eigen stamtaal.”
Toch is er onder de bevolking honger naar het Woord van God, zo is de ervaring van ds. Banda. „Waar je ook komt, er wachten mensen in grote aantallen om de boodschap te horen. Ook nodigen ze je uit in hun huizen. Mensen weten niets van de reddende boodschap dat er verlossing is in Christus. Ze hangen de traditionele Afrikaanse religies aan of zijn lid van de Rooms-Katholieke Kerk, de grootste kerk in Malawi.”
De RPC heeft een concurrent in de snelgroeiende islam. „In tien jaar tijd is de islam sterk gegroeid als gevolg van de regeringsperiode onder president Muluzi, die moslim is. In tal van dorpen worden moskeeën gebouwd. Bij de afsluiting van de ramadan wordt de hele bevolking uitgenodigd voor de maaltijd. Omdat er geen gezonde leer is, worden mensen heen en weer geslingerd door allerlei wind van leer.”
Ds. Banda weet van de discussies over de eigen waarde van het Afrikaanse christendom. De verwijten dat de westerse kerk vaak haar eigen beschaving heeft opgelegd aan Afrikanen, kan hij tot op zekere hoogte wel plaatsen. „Toch valt het met de culturele verschillen wel mee. We geloven toch in één God en hebben één Verlosser? Het is dezelfde Geest Die ons leidt, in Schotland, Nederland of Afrika. Er zijn traditionele gewoonten in Afrika die de kerk onmogelijk kan accepteren wil zij zich niet schuldig maken aan syncretisme. Wel moet de zending er alles aan doen om het Evangelie op begrijpelijke wijze in de lokale taal over te brengen.”
Armoede
Het grootste probleem in Malawi is de armoede, meent ds. Banda. Malawi behoort tot de tien armste landen van de wereld, met een gemiddelde levensverwachting van 35 jaar. „Er wordt vooral op het platteland geleden. Drie weken geleden was ik in een dorp waar in een hut zes kinderen leefden, zonder ouders. Een van de kinderen was zwaar gehandicapt. De kinderen moesten zelfgemaakte houtskool naar de markt brengen, 30 kilometer verderop, en dat lopend. Als je in zo’n dorp het Evangelie brengt, krijg je moeilijk contact met de mensen vanwege het grote lijden en de honger.”
Ook aids blijft een groot probleem in het 12 miljoen inwoners tellende land. Families kunnen de opvang van het aantal wezen, dat geschat wordt op 550.000, niet aan. Toch lijkt de regering met voorlichtingscampagnes ervoor te zorgen dat het aantal stabiel blijft. „Het taboe op aids wordt langzaam doorbroken. Wie vroeger verkracht werd, sprak er niet over, maar nu komen vrouwen steeds meer voor hun rechten op. Ook tegen het slaan door mannen wordt steeds meer geprotesteerd.”
De criminaliteit groeit wel sterk. Ds. Banda kijkt erg bedrukt als hij vertelt van de recente overval op de post van Stephanos en hoe een bende daar tekeerging in de woning van weeshuisdirecteur Paans. Zo erg dat hij met zijn gezin naar Nederland moest terugkeren. „Het is om je te schamen. Het betrof een gewapende bende uit de stad, zo is nu duidelijk geworden. De politie heeft enkelen kunnen oppakken. Maar ook andere zendingsposten worden soms aangevallen. Overal waar blanke mensen wonen, weet men dat er iets te halen valt. De huidige president pakt de misdaad harder aan dan de vorige. De politie is minder corrupt.”
Ds. Banda blijft ondanks de misère hoopvol gestemd. „Als ik door het land trek, zie ik veel schapen zonder herder. Ik denk niet in termen van pessimisme of optimisme. We staan voor de waarheid en die zal altijd triomferen, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn. We hebben te maken met een God van barmhartigheid, Híj is de grond van onze hoop.”