Na zestig jaar oorlogsmeubels weer in familie
„Toen ik hier voor het eerst binnenkwam, zag ik meteen dat tapijt uit de woonkamer van mijn ouders. En toen die chaise longue (luie stoel). Ik zag hoe mijn moeder daarop rustte. Ja, emotioneel is het eigenlijk wel.”
De 84-jarige Lili Gutmann, kind van in concentratiekampen omgekomen ouders, kreeg woensdag in Rijswijk na zestig jaar kunst, meubelen en gebruiksvoorwerpen uit haar ouderlijk huis in Heemstede terug van de Nederlandse overheid. De familie Gutmann werd aan het begin van de oorlog gedwongen de verzameling aan de nazi’s af te staan. Het geheel, tot gisteren deel van de Nederlandse nationale kunstcollectie, was na de oorlog over de wereld verspreid geraakt.
Dinsdag had de in Florence wonende vrouw al een kijkje kunnen nemen en woensdag droeg staatssecretaris Van Leeuwen (Cultuur) de verzameling officieel aan haar over in het depot van het Instituut Collectie Nederland (ICN). Daar werden de 233 stukken ’oorlogskunst’ verzameld, nadat was bepaald dat ze terug moesten naar de familie van de oorspronkelijke eigenaren. De kunststukken bevonden zich overal: zo had de Nederlandse ambassade in Moskou een servies van Meissen-porselein in een pronkkast staan.
„Mijn moeder was de afgelopen dagen nerveus”, vertelt Gutmanns zoon Lorenzo Bosi. „Maar toen ze het dinsdag voor het eerst terugzag gaf ze geen krimp, al zag ik even een moment van vreugde en verdriet tegelijk.”
Zo’n dertien stukken uit de totale collectie ontbreken nog. „Die zwerven ergens ter wereld rond”, aldus Nick Goodman, een neef van Lili Gutmann. Hij is met zijn broer erfgenaam sinds zijn vader, de broer van Lili, overleed. Die veranderde overigens zijn Duitse naam Gutmann in het Engelse Goodman.
Er zijn onder de nu teruggegeven kunstvoorwerpen topstukken zoals een Florentijns dressoir uit de zestiende eeuw, een Duitse zilveren vaas en enkele schilderijen uit dezelfde periode. De staat van bijvoorbeeld de chaise longue is niet bepaald uitstekend, maar het ICN heeft toegezegd waar nodig met de restauratie te helpen. „Ik vind trouwens dat ze nog in opmerkelijk goede staat zijn. Ik ben een realist, er is tenslotte ook gewoon zestig jaar overheen gegaan”, aldus de in New York wonende Nick Goodman. „Ik ben alleen maar blij en dankbaar.”
Lili Gutmann weet nog niet wat er nu precies met de collectie gaat gebeuren. „We moeten eerst de waarde laten vaststellen. Geen idee wat het allemaal waard is. En ik ben niet alleen, we moeten het verdelen. Misschien weten we over zes maanden meer. Ik heb zo lang gewacht, dit kan er nog wel bij.”
Zelf heeft ze niet veel plaats in haar huis in Florence. „Ik heb maar een kleine woning. Zoals we tegenwoordig wonen, dat is toch heel anders dan toen. De tijd om dit soort dingen in huis te hebben, is voorbij. Bovendien, wie kán er zulke waardevolle dingen in huis hebben tegenwoordig? Je moet het verzekeren en er is het gevaar van diefstal.” Lili Gutmann acht het niet uitgesloten dat musea voor een schenking in aanmerking komen.
Het huis in Heemstede is tegenwoordig een centrum voor bejaarde nonnen. Morgen gaat Lili Gutmann er op bezoek. „Het is niet de eerste keer. Toen ik er voor het eerst na de oorlog was, begon ik vreselijk te huilen. Je denkt dat je sterk bent. Maar ik belde aan en barstte in snikken uit. Een non deed open en zag daar een vreemde, huilende vrouw. Ze haalden me binnen en gaven me koffie. Ze zijn er altijd erg aardig.”
Ondanks haar leeftijd is Gutmann nog altijd als publiciste actief. Ze werkt vanuit haar huis in Florence voor een Nederlands blad over textiel. Ze werkte ook acht jaar lang als correspondente voor De Telegraaf: „Als meisje deed ik van alles. Ik heb zelfs een bokswedstrijd verslagen”, aldus de kwieke 84-jarige.