Sterven
Bileam wilde wel met Gods volk sterven, maar hij wilde niet met dat volk leven. Wij moeten dat niet van elkaar scheiden, want het is één. Wel het sterven begeren, dan ook het leven. Het kan gebeuren dat iemand die niet in de Heere geleefd heeft, in het laatst door Gods genade toch wordt veranderd, zodat hij in de Heere sterft . We zien dit bij de moordenaar aan het kruis. Hierin is de Heere vrij, doch wij moeten dit zien als een zeldzaamheid.Willen wij in de Heere sterven, dan moeten wij ook in de Heere leven; dat is: hoe langer hoe meer aan de zonden sterven. Indien wij de zonden niet doden, zo zal de zonde ons doden en zullen wij niet in de Heere sterven. Dit wetende, zegt Paulus dat onze oude mens met Hem is gekruisigd, opdat het lichaam van de zonde wordt tenietgedaan. Ja, dat is ook het doeleinde en oogmerk van Christus’ verlossing: de zonden in ons te doen sterven. Niet dat de zonde hen heeft verlaten. Die kwelt hen meer dan hun lief is, maar de levendige kracht ervan is in hen gebroken. Ze is in hen niet meer zo overheersend als tevoren.
Het is daarom onze plicht dat wij ons er dagelijks op toeleggen door de kracht van Christus de zonden dagelijks te kruisigen en te doden. Ja, wij moeten onze zonden alle voedsel onttrekken, zodat ze hoe langer hoe meer gesmoord worden.
Florentius Costerus, predikant te Hoorn (De Geestelijke Mensch, 1687)