„Er hangen nu vijf rookmelders thuis”
BERGAMBACHT - Als geen ander weet Cor de Jong ( 41) uit Bergambacht dat een rookmelder van levensbelang is. Mede dankzij het piepende apparaat wist hij samen met zijn vrouw zijn vier kinderen uit zijn brandende woning redden. „Er hangen bij mij nu vijf rookmelders in huis.”
Samen met zijn vrouw Teresia viert Cor de Jong in de eerste minuten van 6 juni dit jaar zijn verjaardag. Samen drinken ze een wijntje, het is rond halfeen. Op dat moment wordt de nachtelijke rust ruw verstoord. Vanuit de hal hoort Cor de rookmelder piepen. Vals alarm, denkt de jarige in eerste instantie. Niets is minder waar.Rookslierten drijven op de begane grond de hal in. Al gauw hoort Cor ook de rookmelder op de eerste verdieping tekeergaan. Daar slapen zijn vier kinderen, Louise (12), Sophie (9), Paul (8) en Lucas (4). De verdieping biedt ook zicht op de nok van het huis. „Ik zag bovenin de nok dikke rook en oranje vuurtongen. Ik hoorde kerstballen in dozen knallen en zag het hete kunststof van smeulende skischoenen langs de wand druppelen.”
Cor en zijn vrouw haasten zich naar boven om hun slapende kinderen te alarmeren. Moeder ontfermt zich als eerste over de kleine Lucas, vader schiet naar de slaapkamer van Sophie en Louise, waar een schot de bedden van de meisjes scheidt. Louise komt uit zichzelf uit bed, Sophie is nauwelijks wakker te krijgen. „Ze sliep als een roos”, blikt vader terug. „Ik heb haar echt bij de arm moeten pakken. Waarschijnlijk heeft de rook op de slaapkamer haar al een beetje verdoofd. Ze zei: „Laat mij maar slapen.” Ik riep: „Ga naar mama toe, de boel staat in de fik!””
Zoon Paul, gelegen in een andere slaapkamer, ontwaakt vlotter. Uiteindelijk weten alle kinderen met hulp van hun moeder een veilig heenkomen te zoeken. De kinderen worden opgevangen door opa en oma, die in een naastgelegen huis wonen.
Intussen ziet Cor, al twintig jaar vrijwilliger bij de brandweer in Bergambacht, op de eerste verdieping een matras vallen. Hij probeert het ding beet te pakken, maar dat valt tegen. „Ik dacht dat matras naar buiten te slepen, omdat ik weet dat zo’n matras veel rook en hitte afgeeft. Toen ik het ding vastpakte, viel het uit elkaar.” Het hete materiaal valt op zijn handen en voeten. „Daardoor heb ik maandenlang met brandwonden rondgelopen. Ik heb me later afgevraagd waarom ik dat matras wilde oppakken. Zoiets kun je beter niet doen. Als brandweerman weet ik dat mensen de gekste dingen doen in een brandend pand. Ze proberen bijvoorbeeld een tafel of een aquarium naar buiten te brengen.”
Achteraf blijkt dat de brand vrijwel zeker in het matras is begonnen. „Het stond tegen de muur aan, waar een halogeenlampje brandde. Omdat het lampje een tijd heeft gebrand, is waarschijnlijk uiteindelijk brand ontstaan.”
Cor weet alle deuren nog dicht te trekken en verlaat dan ijlings zijn brandende huis. „Het is akelig dat je dan in feite machteloos bent. Het is een soort nachtmerrie.” Hij ziet nog kans om zijn collega’s van de brandweer, die inmiddels zijn ingeseind door de meldkamer, telefonisch bij te praten. „Ik heb ze gezegd dat ze een ladderwagen moesten meenemen, omdat de brand op de eerste verdieping is ontstaan.” Bij zijn ouders even verderop laat Cor zijn brandwonden verzorgen.
Tijdens de brand heeft Cor gemerkt dat hij profijt had van zijn kennis als brandweerman. „Jaarlijks doe ik een hittetraining en ongeveer twintig keer per jaar een training waarbij rook in een ruimte wordt gespoten. Ik wist dus wat me ongeveer te wachten stond. Ook besefte ik dat bijvoorbeeld de houten balken niet zomaar zouden instorten.”
Bijzonder blij is Cor dat hij rookmelders in huis had hangen. „Anders vrees ik dat mijn vrouw en ik niet op tijd waren geweest.” Wel verwijt hij zichzelf dat de rookmelder op de eerste verdieping te laag hing. Daardoor piepte het ding later dan nodig was geweest. „Het beste is om een rookmelder zo hoog mogelijk in een vertrek te hangen. Rook wil namelijk omhoog.”
Het verbaast de garagehouder uit Bergambacht niet dat flink wat rookmelders niet in orde blijken te zijn. „Om me heen zie ik dat er aan rookmelders nogal wat mankeert. De apparaten beginnen te piepen als de batterij leeg is. Mensen halen dan die batterij eruit, maar verzuimen om er een nieuwe in te doen.”
De Jong zou iedereen willen inpeperen een goede rookmelder aan te schaffen. Zelf heeft hij na de brand nog een paar extra apparaatjes laten plaatsen. „Er hangen er bij ons thuis nu vijf.”
Zijn eenenveertigste verjaardag zal Cor de Jong niet gauw meer vergeten. „Ik weet nog dat iemand in het ziekenhuis zei: „U hebt wel een heel slechte verjaardag.” Waarop ik zei: „Ik heb het mooiste cadeau gekregen dat ik me kan wensen. Wij zijn met zijn zessen levend uit het huis gekomen.””