Tegenpartijders
De bekeerde mens heeft meer bestrijders dan de verdorvenheid van de natuur, het zondige vlees. Tegen hem komen op de listige duivel en de bedrieglijke wereld. De duivel wordt genaamd de satan, dat is tegenpartij. Deze gaat om als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden. Hij zoekt ons niet alleen te brengen tot een zonde waartoe het zondige vlees vanzelf genegen is. Hij tracht ons ook tot grotere en gruwelijkere overtredingen over te halen, als tot verachting van God. Verder noem ik ongelovigheid, wanhoop, valse inbeelding van onszelf, lastering tegen God.
De satan houdt niet op ons van binnen en van buiten te bestrijden. Die hij met geweld niet kan overwinnen, poogt hij onder zijn macht te brengen door een gestadig aanhouden. Van buiten werpt hij ons voorbeelden voor om onze goede zeden te verderven. Van binnen geeft hij in ons hart vuile gedachten. Hij geeft al die dingen waartoe onze natuur het meest genegen is.De wereld is ook onze tegenpartij in deze strijd. De wereld verwekt ons tot veel kwaad en geeft ons reden tot zondigen. Zij doet vuur bij vuur en olie bij de vlammen, om meer en meer de verdorven natuur te ontsteken.
Theodorus Wyckenburgius, predikant te Haarlem (”Rebecca van tweelingen zwanger”, 1658)