Geen stilstand
Er is ook de strijd van de gedurige moeite. Het leven van een soldaat is een ongestadig leven, zolang hij in actieve dienst is. Hij heeft geen rust. Hij is of aan het marcheren of maakt schermutselingen mee. Wanneer hij in de kazerne komt, heeft hij voor een korte tijd rust. Daarna moet hij weer opbreken. Het leven van een mens heeft geen stilstand. „Wij hebben hier geen blijvende stad.” Gedurende de tijd van onze strijd wonen wij in tenten.
Het wordt ook een strijd genoemd omdat wij moeten staan in de plaats waar God ons heeft gesteld. Een soldaat moet blijven op zijn door God gestelde plaats, al zou hij moeten sterven. Het leven van een christen is een strijd, omdat het vol is van gevaren, vol moeite en arbeid. Een soldaat gaat om met gevaren en woont steeds in de vallei van de dood.Zo is het ook met een wedergeboren mens. ’s Nachts wordt zijn ziel beangst door verschrikkelijke dromen en gruwelen. Overdag zijn er veel tegenstrijdigheden in zijn gemoed. Dit zijn redenen waarom het leven van een christen een strijd wordt genoemd.
Een strijd is geen kwestie van één, maar van twee partijen. De een probeert de ander ten onder te brengen. De partijen zijn niet David en de reus Goliath, waarvan we lezen, maar het vlees en de geest. Het is zoals de apostel hier zegt: De wet der zonde strijdt tegen de wet van mijn gemoed.
Theodorus Wyckenburgius, predikant te Haarlem (”Rebecca van tweelingen zwanger”, 1658)