Dat is één van de conclusies in een vertrouwelijk rapport dat is opgesteld door het Wetenschappelijk Onderzoek– en Documentatie Centrum (WODC) van het Nederlandse ministerie van Justitie. Het WODC onderzocht de “Georganiseerde criminaliteit en de rechtshandhaving op Sint Maarten”.In het rapport, dat al in juni 2007 werd opgesteld maar waarvan de inhoud nog niet eerder naar buiten kwam, staat onder meer te lezen dat Sint Maarten een belangrijke rol speelt in het transport van verschillende soorten drugs als cocaïne, heroïne, marihuana, en in mindere mate synthetische drugs „vanwege de centrale ligging tussen drugsproducerende en drugsconsumerende landen."

Mensen van verschillende nationaliteiten of afkomst op het eiland zijn daarbij betrokken en werken ook samen. „De handel vindt meer of minder georganiseerd plaats. Dat wil zeggen dat het transport van drugs waarover we het met betrekking tot St. Maarten in hoofdzaak hebben, soms op grote afstand wordt geregeld waarbij een belangrijke mate van coördinatie noodzakelijk is. Dit speelt bij ontmoetingen tussen boten en de overdracht van smokkelwaar op volle zee, maar ook bij de opvallend grote groep koeriers die op de Prinses Juliana luchthaven werd aangehouden."

Voor het rapport is al in 2004 opdracht gegeven door de toenmalige minister van Justitie van de Nederlandse Antillen. In totaal hebben zes onderzoekers aan het rapport gewerkt. In het 175 pagina’s tellende stuk worden onder meer aanbevelingen gedaan voor meer controle van luchtvaartpassagiers, cruiseschepen en zeiljachten op Sint Maarten.