De werkelijkheid is te complex om begrepen te worden via een eenvoudig conflictschema waarbij geloof en wetenschap elkaar per definitie uitsluiten, schrijven zij in het boek ”Omhoogkijken in platland” dat woensdag in Den Haag wordt gepresenteerd en waarvan een exemplaar aan minister Plasterk wordt overhandigd. Het boek is een afsluiting van de eerder verschenen studies ”Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp” en ”En God beschikte een worm”.De redactieleden vonden na deze twee delen nog een derde boek nodig, waarin een aantal concrete spanningsvelden tussen de hedendaagse wetenschap en het orthodox-christelijk geloof gethematiseerd worden. „Studenten lopen in zeer diverse disciplines tegen de vraag aan hoe zij hun christelijk geloof kunnen combineren met hun vakgebied.”

Prof. Ronald Meester, mederedacteur van het eerste uur, zag geen kans om mee te doen aan het intensieve redactiewerk ter voorbereiding van dit derde boek. Mede door de meer expliciete concentratie op het orthodox-christelijke geloof is in zijn plaats prof. Van den Brink aangetrokken.

De titel van het boek wijst op Abbotts novelle Flatland (1884) waarin een zekere meneer Vierkant leeft in de wereld van het platte vlak. Omdat Vierkant niet omhoog kan kijken de ruimte in, laat hij zich er niet van overtuigen dat zo’n driedimensionale ruimte bestaat. Het is voor hem simpel en helder: wat zijn ogen niet kunnen zien, kan er ook niet zijn. Op een soortgelijke manier denken velen woensdag de dag dat wat zich niet laat meten en wegen, niet kan bestaan.

De redactieleden herkennen zich in dit boekje en signaleren een „kleingeestigheid” daar waar toonaangevende intellectuelen menen dat de laatste en diepste vragen aangaande onze werkelijkheid zich slechts langs wetenschappelijke weg laten beantwoorden. Een benadering die God en het geloof uitsluit, komt niet uit boven het platte vlak.

Velen laten zich volgens de redactieleden imponeren door ”sciëntistisch” geïnspireerde intellectuelen als Richard Dawkins, Daniel Dennett, Sam Harris en in Nederland bijvoorbeeld Dick Swaab, Piet Borst en Herman Philipse. Bij deze personen worden antireligieuze aanspraken ’wetenschappelijk’ gepresenteerd. Het boek dat woensdag gepresenteerd wordt wil laten zien dat er een goede coherentie mogelijk is tussen orthodox-christelijk geloof en de moderne wetenschap.

De redactie bestaat uit prof. dr. Gijsbert van den Brink, prof. dr. Cees Dekker en prof. dr. René van Woudenberg. Verder werken mee prof. dr. ir. Jan H. van Bemmel, prof. dr. Abraham van de Beek, dr. Ad L.Th. de Bruijne, drs. ing. Leon de Bruin, prof. dr. Gerrit Glas, prof. dr. ir. Henk Jochemsen, dr. Herman Koningsveld, dr. Guus H. Labooy, dr. Bert Loonstra, dr. Ard A. Louis, Willem Jan Otten, prof. dr. Willem J. Ouweneel, dr. Kees de Pater, prof. dr. Alvin Plantinga, prof. dr. Marcel Sarot, prof. dr. Pieter G. Smelik en prof. dr. Eep Talstra.