Cultuur & boeken

Sprookjesprenten van Cornelis Jetses

Titel: ”Cornelis Jetses als sprookjestekenaar”
Auteur: Jan A. Niemeijer
Uitgeverij: Kok Omniboek, Kampen, 2007
ISBN 978 90 5977 2250
Pagina’s: 96
Prijs: € 22,50.

3 October 2007 10:11Gewijzigd op 14 November 2020 05:09

Journalist en schrijver Jan A. Niemeijer is een groot kenner van het werk van Cornelis Jetses. Hij schreef de biografie ”De wereld van Cornelis Jetses” en andere uitgaven waarin werk van Jetses is opgenomen. In zijn nieuwste boek, ”Cornelis Jetses als sprookjestekenaar”, wil hij een tot nog toe vrij onbekende kant van de kunstenaar aan het licht brengen. Met name uit de minder beroemde sprookjesprenten blijkt dat Jetses veelzijdig en begaafd was. Weinig illustratoren van de twintigste eeuw zijn zo geliefd als Cornelis Jetses. Hij is de tekenaar van ”Ot en Sien” en de plaatjes van het leesplankje ”aap-noot-mies”.

Maar zijn oeuvre is groter. Voor het onderwijs illustreerde hij een hele reeks andere uitgaven die jarenlang in scholen werden gebruikt. Ook schilderde hij schoolplaten van het vroegere plattelandsleven die lang in schoollokalen hingen, maar nu verzamelobjecten zijn.

Hij illustreerde ”Het Groot vertelboek voor de Bijbelse geschiedenis” van Anne de Vries. Maar weinig mensen weten dat hij ook sprookjes van Andersen en de gebroeders Grimm verluchtte. Deze tekeningen zijn voor een deel over uiteenlopende uitgaven verspreid, waardoor ze waarschijnlijk nooit de aandacht kregen die ze verdienden. En Jetses was er de man niet naar om zichzelf in het middelpunt te plaatsen.

Vrolijke dag
Vanaf 1894 is Eduard Benjamin ter Horst junior directeur en eigenaar van uitgeverij J. B. Wolters in Groningen, gespecialiseerd in het uitgeven van schoolboeken. Deze jonge uitgever zit vol fantasie en laat zich vooral leiden door zijn intuïtie. Hij wil niet alleen schoolboeken uitgeven, maar ook titels die voor een breder publiek bestemd zijn. Sprookjes bijvoorbeeld, die kunnen tenslotte ook voor de leeslessen gebruikt en in de schoolbibliotheek opgenomen worden.

In 1901 komt Jetses in contact met deze uitgever. Hij mag voor hem vier leesboekjes voor de lagere school illustreren, de serie ”Dicht bij huis” van Jan Ligthart en H. Scheepstra. Het is een schot in de roos. Ter Horst prijst zich gelukkig met zo’n groot talent.

Al snel volgen ”Afke’s Tiental” en ”Nog bij moeder”, later bekend als ”Ot en Sien”. Tussen de verhalen van deze twee kinderen in staan ook korte sprookjes, door de schrijver op een kunstige manier verwerkt: hij laat de verhaaltjes navertellen door de zus van Ot, Trui, die ze op school gehoord heeft.

Drie al eerder uitgegeven bundels met sprookjesverhalen, ”Zonnestralen in school en huis”, bijeengezocht door de onderwijzeressen Dietz en Leopold, mag Jetses voorzien van nieuwe plaatjes. De bundel bevat sprookjes van Andersen, Grimm en vele anderen.

Ook Nynke van Hichtum van ”Afke’s tiental” verzamelt sprookjes en volksverhalen uit de wereldliteratuur. ”Moeders vertellingen” verschijnt bij Kluitman. Jetses verzorgt een deel van de illustraties.

In zijn boek ”Cornelis Jetses als sprookjestekenaar” bespreekt Niemeijer een paar van deze prenten. Eén is er gemaakt bij een oud Frans verhaal uit de Provence: ”Baas Casenave en de drie gauwdieven”. Niemeijer: „Het is duidelijk dat Jetses veel schik had in dit eenvoudige verhaal. De vrolijk zingende boer, de loerende blik van de bandiet, de geit die kijkt wat er gaat gebeuren, wijnranken als versiering op de voorgrond. Jetses moet een vrolijke dag hebben gehad toen hij dit mocht tekenen.”

Ook is er een fantastische pentekening afgedrukt bij het Japanse sprookje ”De kobolden en de wrat”. Jetses heeft zich bij het tekenen van dit tafereel helemaal laten gaan.

Meer sprookjesachtige tekeningen van Jetses zijn verspreid over de verschillende series leesboekjes die J. B. Wolters uitgaf.

Herhaling
”Cornelis Jetses als sprookjestekenaar” is een fraai vormgegeven boek. Auteur Niemeijer neemt de tijd en de ruimte om uit te wijden over Jetses persoon en gaven, waarbij ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat hij zichzelf -enthousiast als hij is- nogal herhaalt. Daarnaast zijn er gedeelten waarin hij tijdgenoten van Jetses bespreekt en de meer of minder intensieve contacten die de illustrator met hen had. Ook zijn er passages over de activiteiten van schrijfster Nynke van Hichtum, die echter niet helemaal terzake doen. Hetzelfde geldt voor de pagina’s waarop de geschiedenis van uitgeverij Wolters, Jetses werkgever, uit de doeken wordt gedaan. Het zijn interessante hoofdstukken om te lezen, maar ze vallen gezien het doel van dit boek een beetje buiten beeld.

De grootste waarde van dit geschenkboek zit in de vele onbekende sprookjesprenten die op hele pagina’s zijn afgedrukt. Ze verdienen het om stuk voor stuk aandachtig bekeken te worden. Meer nog dan Niemeijers betoog bewijzen de prenten zelf uiteindelijk de kundigheid en de artisticiteit van Cornelis Jetses.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer