Loofhuttenfeest
„Een jongen sleept palmtakken door de smalle straatjes van de Oude Stad van Jeruzalem. Vanavond begint in Israël het Loofhuttenfeest.” Zo was het te lezen. In de krant van woensdag jongstleden. Op de voorpagina. Als onderschrift bij een aandachttrekkende foto. Daarbij nog: „Het feest duurt de hele week.”
Ik weet niet waarom de redactie voor deze foto gekozen heeft. Het is een fraaie plaat. Maar dat niet alleen. Een boodschap wordt zichtbaar gemaakt. Een herinnering aan een van „de gezette hoogtijden des Heeren die Mozes tot de kinderen Israëls heeft uitgesproken.” Het zegt allereerst iets aangaande het huidige volk van Israël, de beminden om der vaderen wil. Het viert nog steeds dit oude feest. Ik constateer het met ontroering. Jawel, Israël leeft onder een bedekking, wat de Christus aangaat. Nog steeds vindt Hij onder de Zijnen geen erkenning. Maar de groene palmtakken, door die jongen meegesleept, wijzen op het gedenken van het verleden door het volk, „Zijn wonderen van oudsher.” Gods grote daden van toen garanderen voor mij Zijn machtige daden van straks. Zijn genadegaven en roeping zijn immers onberouwelijk. Straks zullen de afgerukte takken van Israël weer worden ingeënt in de oude stam.
Verheugd in God
Israël kende en kent zijn „feesten des Heeren”, de „heilige samenroepingen.” Het feest van Pascha, op de 14e van de eerste maand. Vervolgens het Wekenfeest, vijftig dagen na Pascha. Ten slotte, vijf dagen na Grote Verzoendag, het Loofhuttenfeest, op de 15e van de zevende maand. Een feest van zeven dagen lang. Bekend is dat elk gezin een loofhut vervaardigen moest. „Op de eerste dag zult ge u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken en meien van dichte bomen, met beekwilgen.” Opmerkelijk wat er dan volgt: „En ge zult voor het aangezicht van de Heere, uw God, zeven dagen vrolijk zijn.”
Het Loofhuttenfeest moet dus een vrolijk feest zijn. De Heere gebood het nadrukkelijk. Vrolijk? Ja. Met het oog op de Heere. Vanwege Wie Hij is. Verheugd in God, naar waarde nooit te danken… Met welk doel? De Heere zei het nadrukkelijk: „Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, toen Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb. Ik ben de Heere, uw God!” Dat was en is het doel. Dat het volk dat erkennen zou. Dat hun gedenken en hun vrolijk vieren daarvan doordrenkt zouden zijn. In verwondering: „Wie is toch als Gij, o Heere!”
Oogst
Het Loofhuttenfeest heeft nog een andere functie. Het is ook het oogstfeest. Eigenlijk zijn alle feesten van Israël dat. Het Pascha wordt gehouden na de gersteoogst. Het Wekenfeest na de tarweoogst. Het Loofhuttenfeest ten slotte na heel de oogst. Als ook de vruchten van de bomen, de olijven en de druiven zijn geplukt. Dan mag het volk terugzien op alle weldaden en zegeningen, ontvangen in de volle schuren, en op de rijke zegen die daarin ligt. Het Loofhuttenfeest bepaalt erbij dat het allemaal van de Heere komt. Echt alles. Niets is vrucht van eigen prestatie. Over niets kan Israël in zichzelf roemen. Het is allemaal gegeven goed. Dat is de erkenning op dit grote feest. En nu is het naar Gods bevel dat het volk de Heere daarvoor erkent en Hem dankbaarheid betoont. Zo is het Loofhuttenfeest een feest in ootmoed en in blijdschap.
Er is nog iets opvallends aan het Loofhuttenfeest. In de voorschriften betreffende dit feest speelt het getal zeven een grote rol. Het feest moet een week lang duren, zeven dagen dus. Het moet plaatsvinden in de zevende maand, op de 15e van die maand, wanneer er dus twee maal zeven dagen verstreken zijn. Het aantal offers tijdens het Loofhuttenfeest is strikt voorgeschreven. Ook daarbij valt het getal zeven of een veelvoud daarvan op. Zeven als het getal van de volheid. Het Loofhuttenfeest: het feest van de complete, de volkomen oogst. Het feest ook van de volkomen toewijding aan de Heere.
Perspectief
Opvallend! Onze christelijke traditie kent het paasfeest, de vervulling van het Pascha van eertijds: „ons Paaslam is geslacht.” En het Wekenfeest? We vinden het terug in het christelijke feest van de vijftigste dag: Pinksteren. Maar waar is het Loofhuttenfeest gebleven? Heeft dat oude feest geen christelijke pendant ontvangen?
Ik houd het erop: het nieuwtestamentische Loofhuttenfeest, dat komt nog. Het staat nog uit. Het zal pas in de hemel worden gevierd. Eeuwig. Het is het feest van de volkomenheid. Als de oogst van Gods werk in Christus en door Zijn Geest geheel binnen is. Als ieder van de Zijnen zal zijn toegebracht. Allen die door de woestijn gingen als een pelgrim naar het land van Gods toekomst. Als ze Hem zullen dienen met een volkomen hart en in volkomen toewijding. Hun blijdschap zal dan onbepaald door ’t licht, dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen. Dan zal het eeuwige Loofhuttenfeest beginnen en nooit meer eindigen.
Voor wie? Let erop dat aan het Loofhuttenfeest de Grote Verzoendag voorafgaat. Het kan voor mij alleen Loofhuttenfeest worden als ook mijn zonden op de Zondebok zijn gelegd. Als ook voor mij het bloed in het heiligdom is gesprengd. Als ik door Gods genade leven mag uit het offer der verzoening, door Christus gebracht.
Wat is het perspectief? „Na dezen zag ik, en ziet, een grote schaar, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor den troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken (!) waren in hun handen.”
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.