De tuin na de zomerse overvloed
Het zomerseizoen is voorbij. De bloei van veel planten is gestopt of neemt snel af en al bloeien chrysant, herfstaster en sedum nog maar kort, de besheesters en verkleurende bladeren geven aan dat de zomer voorbij is. Ieder jaargetijde kent een spectrum aan bloemkleuren, maar bij herfstbloeiers zul je niet vaak het felrood van zomerbloemen aantreffen. Het is meer lila, paarsblauw en geelbruin dat overheerst. Dat geeft aan de tuin in de herfst zijn eigen bekoring.
De perkplanten bloeien nog door, maar ze groeien toch een beetje uit hun kracht. Jammer om ze te rooien; dat geldt ook voor de nog bloeiende knolgewassen zoals dahlia’s en begonia’s. Toch moeten ze vaak plaatsmaken voor tweejarigen en bloembollen.In het voorjaar genieten van tweejarigen, zoals violen, campanula, muurbloemen en vergeet-mij-nietjes, betekent ze zo vroeg mogelijk planten. De grond heeft om deze tijd van het jaar nog een goede temperatuur voor de wortels om door te groeien. Koop je ze in pot, dan is het minder belangrijk dan wanneer je ze zelf elders hebt opgekweekt en ze moet rooien en verplanten. Wachten tot het voorjaar en ze dan planten kan ook, maar dan komen ze later op gang en is de overgang soms groot.
Slakken
Een nieuw, kleinbloemig type viool dat heel de winter goed doorbloeit, is de Endurion. Bij vorst liggen de plantjes meestal plat op de grond, maar gaat het dooien, dan staan ze in korte tijd weer te bloeien. Bovendien bloeien ze in de zomer lang door. Er komen veel nieuwe violen op de markt met bloemen van verschillende grootte, met uiteenlopende kleurcombinaties en tekening. Deze Endurionviolen zijn ook heel geschikt voor toepassing in plantenbakken.
Wie tweejarigen in het najaar plant, moet wel bedacht zijn op slakken, vooral als het niet koud is. Jonge, kleine slakjes kruipen graag in en onder deze planten en vreten eraan. Dit is vooral het geval bij sierkool, die geplant wordt om zijn mooi gekleurde blad, waarvan men gedurende de winter kan genieten. Slakken houden erg van kool en kunnen zich goed in de plantrozetten verschuilen.
Tweejarigen zijn ook mooi te combineren met bolgewassen, bijvoorbeeld vergeet-mij-nietjes met tulpen. Zowel rode, gele als roze tulpen harmoniëren goed met het lichte blauw van de vergeet-mij-nieten. Het kan ook met violen, maar het is dan belangrijk om goed rekening te houden met de kleurkeuze. Het is het handigst om eerst de vergeet-mij-nieten of violen te planten en daarna de bollen ertussen te verdelen. Wees er bij wat hogere temperaturen op bedacht dat tussen de tweejarigen verscholen slakken graag aan de spruiten en bloemen van de bolbloemen vreten. Tijdens de zachte winters van de laatste jaren trad in het vroege voorjaar veel slakkenvraat op
Petroleum
Allerlei vrucht- en besdragende bomen en heesters zijn nu op hun mooist en zorgen samen met de verkleurende bladeren voor prachtige herfstkleuren. Jammer dat die schoonheid niet zo lang duurt, want de vogels weten goed raad met de bessen en hebben ze snel opgegeten. Lijsterbessen kleuren nog maar net of ze zijn al op. Behalve merels en lijsters, en later de kramsvogels, zijn er de laatste jaren ook steeds meer duiven te zien die zich aan allerlei bessen te goed doen. Zo eten ze de bessen van Arum al op als ze nog maar net oranje zijn.
Vogels bewaren geen bessen voor de winter. Alles wat eetbaar is en goed smaakt wordt verorberd en wat minder aantrekkelijk voor hen is, laten ze het langste staan. In het voorjaar zie je in stadswijken nog vuurdoorns met bessen staan, terwijl ze in buitengebieden in het najaar al ontbreken. Als je er niets aan doet, zijn voor de Kerst alle bessen van de hulst al opgegeten. Een soms toegepaste maatregel is het bespuiten van de bessen met petroleum, waardoor de vogels er enige tijd van afblijven. Dit moet dan wel gebeuren voor ze eraan begonnen zijn, anders pikken ze de bessen er toch af om ze vervolgens te laten vallen. Het helpt maar voor korte tijd, want de vieze smaak regent er langzaam af en dan eten ze de bessen alsnog op.
Kaardenbollen
Het wordt meestal als een teleurstelling ervaren wanneer vogels al vroeg de struiken van hun bessen ontdoen, maar het kijken naar die vogels en hoe ze proberen moeilijk te bereiken bessen te pakken, is toch ook een natuurbeleving die bij de tuin hoort. Sommige zaden, zoals die van de taxus, moeten de ingewanden van vogels passeren om te kiemen. Van de planten uit bekeken vormen zij bessen om op deze wijze hun zaad te verspreiden en te blijven bestaan. De bes is dus bedoeld om opgegeten te worden.
Er zijn ook andere vruchten en zaden die in deze tijd sierwaarde hebben, zonder nu direct aan sierkalebassen te denken. Sommige clematissoorten hebben prachtige zaadpluizen; grassen met hun halmen en de uitgebloeide spirea, geitenbaard en duizendblad zijn ook decoratief.
Sommige planten sterven na de bloei snel af of verliezen hun sierwaarde. Andere blijven ook zonder bloemen fraai, door de vorm of de kleur van het blad of door de bloeirestanten. Deze kunnen daarom zo lang mogelijk intact gehouden worden. Waar wel aan moet worden gedacht, is dat planten zich willen vermeerderen en verspreiden. Dat betekent dat het laten staan van uitgebloeide bloemen een overmaat aan zaailingen op vaak ongewenste plaatsen op kan leveren. Dit probleem doet zich voor bij kaardenbollen. Deze laten staan betekent genieten van de fraaie zaadbollen en van de putters die ze uit komen pluizen. Maar er moeten dan ook ongewenste jonge planten gewied worden.