Cultuur & boeken

Hart voor de leerlingen en de leerstof

Titel:

Sarina Brons-van der Wekken
18 September 2002 07:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

”Onderwijzen is opvoeden”
Auteur: dr. W. ter Horst
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2002
ISBN 90 435 0556 0
Pagina’s: 136
Prijs: € 11,50. Wanneer slaagt iemand als leerkracht? Als de leerlingen niet te lastig zijn, ijverig leren en hoge cijfers halen? Of als ze daarnaast ook verantwoordelijkheid ontwikkelen en zich inzetten voor dingen die in het leven echt van waarde zijn? Voor dr. W. ter Horst is het geen vraag of een leerkracht een helpende hand mag bieden aan leerlingen in het ontwikkelen van hun persoonlijkheid.

Ter Horst richt zijn essay ”Onderwijzen is opvoeden” aan pabo-leerlingen en studenten aan de lerarenopleiding. De hoogleraar klinische en orthopedagogiek begon zijn loopbaan in het basis- en speciaal onderwijs. Het is goed te merken dat hij de klassensituatie van binnenuit kent. Steeds proef je een warm hart voor het kind. Wellicht is de zorg voor het kind de belangrijkste reden om dit boek te schrijven. Ter Horst signaleert namelijk dat leerlingen tekortkomen wanneer belangrijke volwassenen -en dat zijn leerkrachten!- zich innerlijk voor hen afsluiten. Hoeveel jongeren missen elke hoop en hebben geen vertrouwen in de toekomst. Ter Horst ziet voor leerkrachten kansen liggen om, net als vroeger, weer een identificatiefiguur te zijn. Dat is precies wat kinderen nodig hebben: een voorbeeld dat hun een toekomstvisie voorhoudt waarin ze kunnen geloven. Alleen als ze dingen aangereikt krijgen die de moeite waard zijn, zullen ze leren hun eigen belang te overstijgen

De visie die in dit boekje wordt neergelegd, sluit aan bij de maatschappelijke vraag naar een school die duidelijker normen en waarden overdraagt. Het strookt zelfs met het onlangs door minister Heinsbroek voorstel om ouders die partij kiezen tegen de leerkracht, strafbaar te stellen. Voor Ter Horst is het zonneklaar dat ouders niets te zeggen hebben in school, net zoals leerkrachten niets te zeggen hebben in het gezin. De school moet haar zaken goed op orde hebben, maar zij staan niet onder gezag van de ouders.

Onderwijsbeleid
Ter Horst schrijft zoals hij vindt dat een goede onderwijzer moet zijn: hij geeft geen droge uiteenzetting, maar maakt regelmatig uitstapjes om zijn punt in een breder kader te zetten. Dat kan historisch, maatschappelijk of pedagogisch getint zijn. Hij verwoordt de zaken op een originele manier en geeft steeds zetjes tot nadenken. Iemand die niet geïnformeerd wil worden over de opvattingen van grootheden uit het verleden, zal met deze stijl minder goed uit de voeten kunnen. Persoonlijk kan ik het wel waarderen omdat de bedding van Ter Horsts visie zichtbaar wordt en hij zich op het juiste moment inperkt. Wat hij goed of fout vindt, laat aan duidelijkheid niets te wensen over -een goede onderwijzer-, maar hij komt niet autoritair over. „De schoolmensen voor wie dit boek is bestemd, hoeven het niet met me eens te zijn, als ze het op een aantal belangrijke punten maar met zichzelf eens worden en zo een eigen bijdrage aan het onderwijs kunnen leveren.”

Kinderen hebben er behoefte aan verder te komen in het leven en hebben daarvoor volwassenen nodig die hen opvoeden. Een leerkracht kan niet niet-opvoeden, omdat hij altijd íéts overdraagt. Ter Horst gaat in op de grenzen die er zijn aan het overdragen van opvattingen. Het kind zelf kan lichamelijke, sociale of intellectuele beperkingen hebben. Speciale aandacht krijgen de belemmeringen die zo makkelijk als ”onwil” worden bestempeld. Soms is een net iets andere aanpak nodig. „Dat is dan niet meteen remedial teaching of zo, maar gewoon goed pedagogisch vakwerk.”

De auteur laat de leerkracht kritisch naar zichzelf kijken. Iedereen heeft zijn voorkeuren als het over mensen gaat, maar een goede leerkracht kan zich dat niet permitteren. Want alleen een kind dat zich helemaal aanvaard voelt, zal iets overnemen van de leerkracht. In dit verband haalt Ter Horst twee keer uit: naar de opkomst van parttimers en naar het onderwijsbeleid van de terugtredende leerkracht in het middelbaar onderwijs. Pas vanaf het achttiende jaar neemt bij jongeren de levensvisie vastere vormen aan en zolang het nog niet zover is, staan kinderen open voor voorbeelden.

Levensovertuiging
Er is een vertrouwensband nodig. „Want waarom zouden leerlingen innerlijk écht iets aannemen van een leerkracht met wie ze innerlijk niet écht iets hebben?” Voor het opbouwen van een vertrouwensband worden concrete aanwijzingen gegeven. Zeker geen schoolreisjes schrappen, maar samen genieten van uitstapjes. Graag dieren en planten in de klas om samen te verzorgen en naar te kijken.

Of de leerkracht in staat is iets van zijn levensovertuiging over te dragen, heeft te maken met zijn openheid. Hiervoor gebruikt Ter Horst de term ”zelfbewustzijn”. Dit is even verwarrend, omdat hij er een minder gangbare betekenis aan geeft: je bent zelfbewust als je anderen laat meekijken naar wat betekenis voor je heeft. Als je anderen iets van jezelf laat zien. Alleen zo kunnen leerlingen geraakt worden. En kun je echt iets delen met de leerlingen.

Ter Horst laat een belangrijke vraag liggen. Hoe bereikt een leerkracht dit zelfbewustzijn? Is het niet het manco van deze tijd dat velen niet zeker zijn van zichzelf en bang zijn voor kritiek? Hoe komt een leerkracht de drempel over om zich kwetsbaar op te durven stellen en open te zijn? Het is makkelijker om te vluchten in dat wat strikt je taak is: je lessen geven. Om meer van het lesgeven te maken, is zelfvertrouwen nodig. Daarvoor is een uitgekristalliseerde levensvisie nodig, waaruit een docent leeft. Deze zaken noemt Ter Horst niet als voorwaarden voor een goede leerkracht.

Hij begint en eindigt zijn boek met wat een leerkracht volgens hem nodig heeft: „Hart voor de leerlingen en hart voor de leerstof. Wie beide heeft, kan al het andere aanleren en dan is er voor mij geen mooier beroep denkbaar.” De auteur wil bewustwording op gang brengen ten aanzien van goed onderwijs geven en daarin slaagt hij prima. Hij laat zien welke uitdagingen het voor de klas staan biedt door (weer) meer inhoud te geven aan dit beroep.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer