Minister Donner van Sociale Zaken heeft woensdag aan CDA-Kamerlid Blanksma toegezegd deze optie te bekijken.Of een regeling nodig is, hangt volgens de bewindsman af van de mate waarin ondernemingen drijven op de inzet van de meewerkende echtgenote en of rond de bevalling een deel van het inkomen wegvalt.

De CDA-minister beschouwt meewerkende partners als een bijzondere groep, omdat tussen echtgenoten geen arbeidsverhouding mag bestaan. In de agrarische sector werken vrouwen bijvoorbeeld vaak mee in het bedrijf van hun partner.

Donner deed zijn toezegging tijdens een debat over een publieke verlofregeling voor zelfstandige onderneemsters, die Donner volgend jaar wil invoeren samen met minister Van der Hoeven van Economische Zaken.

Zelfstandig werkende vrouwen kunnen vanaf 1 juli 2008 rond hun bevalling zestien weken recht krijgen op een uitkering. De hoogte van die uitkering wordt gebaseerd op hun inkomsten als zelfstandig onderneemster. Maximaal kunnen zij het wettelijk minimumloon krijgen van 1317 euro bruto per maand.

De Kamer is verheugd dat er een publieke regeling getroffen wordt, maar PvdA, SP en GroenLinks zouden het liefst zien dat zwangere onderneemsters al per 1 januari financieel tegemoet worden gekomen voor het wegvallen van inkomsten. GroenLinks-Kamerlid Van Gent wil dat desnoods met terugwerkende kracht regelen.

Maar volgens Donner is de regeling pas vanaf 1 juli uitvoerbaar. Hij wees erop dat het er ook om gaat de gezondheid van moeder en kind te beschermen door te voorkomen dat onderneemsters te snel hun werk hervatten. Dat los je volgens hem niet op door met terugwerkende kracht geld geven. „Dan kunt u net zo goed de regeling met terugwerkende kracht vanaf 5 december laten ingaan”, aldus de bewindsman.