„Ik blijf een jongen uit de Alblasserwaard”
KATWIJK AAN ZEE - Vanuit het raam van zijn studeerkamer kijkt hij op zee. Hij geniet ervan. Maar een echte Katwijker zal hij nooit worden. „Natuurlijk niet. Ik blijf een jongen uit de Alblasserwaard.”
In Katwijk gaat alles net even anders dan in andere plaatsen. Zo kan het gebeuren dat twee hervormde pastorieën langs de Boulevard ongeveer aan elkaar zijn vastgebouwd. Ds. Borsje maakt een breed armgebaar. „De Oude Kerk, twee pastorieën, een soort verenigingsgebouw en nog wat bejaardenwoningen. Allemaal eigendom van de kerk.” Hij laat zijn stem dalen. „Ze noemen het hier wel the holy corner, het heilige hoekje.”Wie Katwijk zegt, zegt zee. In de kerkbode schrijft ds. Borsje altijd een persoonlijke groet -noem het een korte meditatie- over een tekst uit de Bijbel waarin het woord zee voorkomt. „En die zijn lang niet altijd positief. Water van de zee betekent altijd onheil. Water van beken en rivieren, daarover wordt in de Bijbel wel veel goeds gezegd.”
De predikant woont met zijn vrouw inmiddels drie jaar in de pastorie naast de Andreaskerk, zoals de witte kerk aan de Boulevard eigenlijk heet. „We zijn gekomen van Vriezenveen. Dat ligt dicht tegen de Duitse grens, dus we hebben wel gezegd dat we in Nederland, gezien van oost naar west, niet verder hadden kunnen verhuizen.”
Ds. Borsje, opgegroeid in Groot-Ammers, begon zijn carrière als docent gymnastiek. „Ik moest in deeltijd mijn theologiestudie doen en dit was een prachtige combinatie. ’s Ochtends rennen met de jongens en ’s middags woordjes leren om m’n talen bij te spijkeren. Kon niet mooier.”
In Woerden, waar hij inmiddels woonde, werd hij gekozen tot diaken. „Mijn wijkpredikant zei dat dat heel goed was voor een toekomstig predikant om een poosje diaken te zijn. Veel te weinig is er bij dominees zicht op het diaconaat. En die predikant had gelijk.”
Ruim voordat hij afstudeerde, las hij in de Waarheidsvriend een advertentie waarin een diaconaal consulent in Gelderland werd gevraagd. „Een van de vereisten was dat je predikant moest zijn. Daarom solliciteerde ik niet. Later belde iemand me met de vraag waarom ik niet op die advertentie had gereageerd. Er was namelijk geen enkele reactie binnengekomen. Nou ja, van het een kwam het ander en uiteindelijk werd ik, na een jaar als theologiestudent de functie van diaconaal consulent te hebben vervuld, bevestigd tot predikant voor buitengewone werkzaamheden voor de provinciale kerkvergadering Gelderland, zoals dat toen heette. Achteraf bezien, ben ik erg blij dat ik dat werk heb mogen doen. Het is een goede leerschool voor me geweest.”
In 1983 kwam er een beroep van de hervormde gemeente in het Gelderse Heteren. „Ik dacht dat het de weg van de Heere was dat we daar naartoe zouden gaan. Er belde ook nog iemand uit de hervormde gemeente van Eethen en Drongelen, in Noord-Brabant, maar dat vond ik een beetje zonde van de moeite. Maar het ging anders dan ik eerst dacht. Na drie weken heb ik het beroep naar Eethen en Drongelen aangenomen en voor Heteren bedankt.
Een verhaal erbij vertellen, kan ds. Borsje niet. „Mensen vragen wel eens aan me: Hoe kun je nu weten wat de weg is die de Heere wil dat je gaat? Dan zeg ik altijd: Als de Heere je ergens hebben wil, dan kom je daar heus wel terecht. Je kunt misschien niet precies uitleggen hoe en wat, maar het gebeurt. Reken daar maar op.”
De tijd in Eethen en Drongelen was goed. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig, terwijl hij uitkijkt over de groenblauwe zee. „Er is tussen ons en die gemeente nog steeds veel liefde en verbondenheid. Zo zeg ik het goed.”
In 1989 verhuist de familie Borsje naar Vriezenveen. „Er waren in Vriezenveen twee confessionele wijken, twee Bondswijken, een buitengewone wijkgemeente die zich rekende tot Het Gekrookte Riet en een soort mixwijk. En in die laatste wijk werd ik beroepen.” Vijftien jaar bleef de predikant aan Vriezenveen verbonden. „Ik heb er zo veel geleerd. Juist ook als het gaat om het omgaan met verschillen. Want we hadden in Vriezenveen soms stevige discussies over bepaalde zaken. Maar als de vergadering werd gesloten en we elkaar een hand gaven, konden we echt zeggen: „We zijn broeders.” Dat vond ik bijzonder.”
Diverse beroepsbrieven vielen op de deurmat van de pastorie in Vriezenveen, maar ds. Borsje had geen vrijmoedigheid een beroep aan te nemen, zoals hij het zelf noemt. „Toen ze vanuit Katwijk informeerden, heb ik ook eerlijk gezegd dat ik niet zou weten wat ze in Katwijk aan Zee met mij zouden moeten. We zaten rond de datum van de kerkvereniging en in Vriezenveen was er natuurlijk ook wel wat aan de hand. Ik was consulent van de buitengewone wijkgemeente die nu hersteld hervormd is geworden. En we hadden goede contacten, ondanks de verschillen die er waren.”
De ouderling die vanuit Katwijk contact opnam met ds. Borsje vertelde dat er niet alleen in Vriezenveen maar ook in Katwijk veel verdriet was als gevolg van de scheuring. „Het is hier heel diep gegaan. Met soms breuken in families. Daar wordt nog steeds over gesproken.” Hij schudt somber zijn hoofd. „Dat komt menselijkerwijs gesproken niet meer goed. Dat zit zó diep.”
Hoewel hij officieel predikant is van een confessionele wijkgemeente, liggen de scheidslijnen in het Katwijkse niet zo helder. „Je kunt de begrippen confessioneel en Bond zoals die hier in Katwijk gelden, niet landelijk vertalen. Het bewijs daarvoor is bijvoorbeeld dat de hersteld hervormde gemeente van Katwijk de enige is die een confessionele wijkgemeente heeft. Dat is tekenend voor Katwijk.”
Inmiddels telt de hervormde gemeente van Katwijk weer tien wijkgemeenten met tien predikantsplaatsen. „We zijn er dankbaar voor dat het, ook financieel gezien, allemaal kan. Maar verder rest het verdriet om de breuk.”
In de kerkdienst waarin aandacht werd besteed aan zijn jubileum, preekte ds. Borsje uit Psalm 126. „Ik ben bezig met een serie preken over de liederen Hammaäloth. Dus dan houd ik ervan om maar gewoon de volgende psalm van het lijstje te nemen en dat was voor de jubileumdienst Psalm 126. In die psalm staat de tekst: „De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd.” Maar één vers verder staat er: „O Heere, wend onze gevangenis.” Dat vind ik tekenend. In het leven met de Heere zijn we nooit gearriveerd. De Bijbel kent geen geloofsgemak. Zo van: nu ben ik er wel. Alles hier is een voorbereiding op de ontmoeting met Christus. Daar gaat het om. Of ik me voor tijd en eeuwigheid in Hem geborgen weet.”
Levensloop
- Geboren op 29 januari 1954.
- Bevestigd als hervormd predikant buitengewone werkzaamheden Gelderland (diaconaal consulent) op 12 september 1982.
- Bevestigd als predikant in Eethen en Drongelen op 2 oktober 1983.
- Bevestigd als predikant in Vriezenveen op 11 juni 1989.
- Bevestigd als predikant in Katwijk aan Zee op 30 mei 2004.